Duits
Uitgebreide vertaling voor falsch gehen (Duits) in het Spaans
falsch gehen:
-
falsch gehen (schiefgehen)
Vertaal Matrix voor falsch gehen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ir mal | Schief gehen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ir mal | falsch gehen; schiefgehen | abgehen; auffliegen; danebengehen; fehlschlagen; irren; mißlingen; mißraten; scheitern; schiefgehen; schlecht stehen |