Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal erstatten

Vertaal erstatten van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. erstatten:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor erstatten (Duits) in het Spaans

erstatten:

erstatten werkwoord

  1. erstatten (kompensieren; ersetzen; vergüten; )
    recompensar; compensar; remunerar; resarcir de
  2. erstatten (ausgeben; ausbringen; herausbringen; abgeben)
    publicar
  3. erstatten (zurückzahlen; rückerstatten; zurückgeben; zurückerstatten; wiedergeben)
    restituir; reembolsar; devolver

Vertaal Matrix voor erstatten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
publicar Ausgeben; Herausgeben; Publizieren; Veröffentlichen; veröffentlichen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compensar abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen abbüßen; aufarbeiten; aufwiegen; auszahlen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten; gutmachen; honorieren; sühnen; vergüten; verrechnen
devolver erstatten; rückerstatten; wiedergeben; zurückerstatten; zurückgeben; zurückzahlen abgeben; abstehen; abtreten; aushändigen; ausliefern; auszahlen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten; erbrechen; ergeben; herauswürgen; honorieren; kaitulieren; kotzen; rückerstatten; sich erbrechen; sich übergeben; speien; spucken; vergüten; zurückbringen; zurückerstatten; zurückschaffen; zurückschicken; zurücksenden; zurückwerfen; zustandebringen; zürückschicken; übergeben; überlassen
publicar abgeben; ausbringen; ausgeben; erstatten; herausbringen ablegen; abstellen; abstreifen; anbringen; annoncieren; anzeigen; aufstellen; austreiben; beisetzen; bekanntgeben; bekanntmachen; bereitstellen; betten; brühen; einordnen; einräumen; einrücken; einstellen; einteilen; einweisen; fügen; gruppieren; heraufbeschwören; herstellen; hinlegen; hinstellen; inserieren; installieren; laichen; legen; posten; proklamieren; schalten; schlingen; setzen; stationieren; stecken; stellen; unteraus legen; unterbringen; vergeben; verkünden; verkündigen; verlegen; veröffentlichen
recompensar abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen auszahlen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten; honorieren; lohnen; vergüten
reembolsar erstatten; rückerstatten; wiedergeben; zurückerstatten; zurückgeben; zurückzahlen auszahlen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten; honorieren; rückerstatten; vergüten; zurückbringen; zurückerstatten; zurückschaffen; zurückschicken; zurücksenden
remunerar abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen abrechnen; ausgleichen; auszahlen; befriedigen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten; honorieren; lohnen; nachzahlen; vergüten; zahlen
resarcir de abbüßen; ausgleichen; belohnen; einbringen; entgelten; ersetzen; erstatten; gutmachen; honorieren; kompensieren; sühnen; vergüten; wiedergutmachen
restituir erstatten; rückerstatten; wiedergeben; zurückerstatten; zurückgeben; zurückzahlen rückerstatten; zurückbringen; zurückerstatten; zurückschaffen; zurückschicken; zurücksenden; zurückwerfen; zürückschicken

Synoniemen voor "erstatten":


Wiktionary: erstatten

Cross Translation:
FromToVia
• erstatten → reembolsar; devolver ↔ refund — to return (money) to (someone)
• erstatten → reembolsar ↔ reimburse — to compensate with pay or money; especially, to repay money spent on one's behalf

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0494 seconde
Page rendered in 1.0 seconds