Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. erschließen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor erschließen (Duits) in het Spaans

erschließen:

erschließen werkwoord

  1. erschließen (urbarmachen; ausbeuten)
    descorrer; descubrir; explotar; descomponer

Vertaal Matrix voor erschließen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descomponer Abbruch; Abreißen; Abriß; Demontage; Verschrottung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descomponer ausbeuten; erschließen; urbarmachen abrechnen; abtragen; abzahlen; analysieren; aufdecken; aufheben; auflösen; auseinandernehmen; ausgraben; begleichen; freikaufen; freilegen; liquidieren; schließen; sezieren; zergliedern; zerlegen
descorrer ausbeuten; erschließen; urbarmachen aufziehen
descubrir ausbeuten; erschließen; urbarmachen aufdecken; ausfindig machen; ausforschen; auskleiden; bemerken; beschnuppern; beschnüffeln; bloßlegen; durch die Nase einziehen; durchforschen; entblößen; entdecken; enthüllen; entpuppen; enttarnen; erfahren; erfinden; erforschen; erkunden; fahnden; filieren; forschen; freigeben; freilegen; grasen; herausbekommen; herausfinden; merken; nachforschen; offen hinlegen; schnüffeln; sichern; spähen; spüren; suchen; veröffentlichen; wahrnehmen; wittern
explotar ausbeuten; erschließen; urbarmachen abbauen; ausbeuten; ausbilden; ausdrücken; ausnutzen; auspressen; benutzen; bersten; bilden; entfalten; entwickeln; explodieren; explodieren lassen; formen; heranbilden; inBetriebsetzen; kultivieren; platzen; pressen; profitieren; quetschen; realisieren; schaffen; sprengen; springen; verwirklichen; vollführen; zerspringen; zurechtbringen; zustande bringen

Synoniemen voor "erschließen":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van erschließen