Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal erschlaffen

Vertaal erschlaffen van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

erschlaffen:
- aflojar; entibiar; debilitarse; debilitar; aflojarse; perder fuerza
Wiktionary:
- erschlaffen → flaquear, desfallecer

Duits

Uitgebreide vertaling voor erschlaffen (Duits) in het Spaans

erschlaffen:

erschlaffen werkwoord

erschlaffen (verflauen; verblassen; nachlassen; ermüden; erbleichen; abschwächen; ermatten; abflauen; erblassen; verschießen)
aflojar; entibiar; debilitarse
- aflojar werkwoord
- entibiar werkwoord
- debilitarse werkwoord
erschlaffen (ermatten; schwach werden; schwächer werden; ermüden; erlahmen)
debilitarse; debilitar; aflojarse; perder fuerza
- debilitarse werkwoord
- debilitar werkwoord
- aflojarse werkwoord
- perder fuerza werkwoord

Vertaal Matrix voor erschlaffen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
debilitarse		Abfallen; Abnehmen; Schwächer werden; Vermindern
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aflojar	abflauen; abschwächen; erblassen; erbleichen; ermatten; ermüden; erschlaffen; nachlassen; verblassen; verflauen; verschießen	aushusten; auspumpen; ausspucken; beschwichtigen; dämpfen; einschränken; entbinden; entkräften; entlassen; ermatten; ermüden; erschöpfen; fertigmachen; freigeben; freilassen; mäßigen; reduzieren; rückgängig machen; schmälern; sich beruhigen; sich fassen; sich mäßigen; strecken; temperieren; verdünnen; verlängern; verringern; zurückdrehen; zurückschicken; zurückschrauben; zurücksenden
aflojarse	erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden	durchbiegen; durchzechen; einbrechen; einstürzen
debilitar	erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden	abschwächen; beeinträchtigen; beschädigen; entzweireißen; nachlassen; schaden; seine Kräfte lassen nach; strecken; untergraben; unterminieren; verdünnen; verletzen; verlängern; weggleiten; zerbrechen; zerschlagen; zertrümmern
debilitarse	abflauen; abschwächen; erblassen; erbleichen; erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; nachlassen; schwach werden; schwächer werden; verblassen; verflauen; verschießen	abkühlen; abschwächen; erkalten; nachlassen; seine Kräfte lassen nach; wegebben; weggleiten
entibiar	abflauen; abschwächen; erblassen; erbleichen; ermatten; ermüden; erschlaffen; nachlassen; verblassen; verflauen; verschießen
perder fuerza	erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden

Wiktionary: erschlaffen

Cross Translation:

From	To	Via
• erschlaffen	→ flaquear; desfallecer	↔ flag — weaken

Computer vertaling door derden: