Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
ermutigen:
- estimular; envalentonar; provocar; animar; alentar; incitar; aclamar; aplaudir; instigar; incentivar; arrancar; impulsar; motivar; apuntalar; encender; apoyar; entornar; engendrar; excitar; avivar; espolear; soportar; suscitar; impulsar a; sostener; empujar; sujetar; promocionar; calzar; apresurar; pegarse; hurgar; incitar a; aguijonear; hacer subir; levantar; afilar; engordar; vaciar; resucitar; acentuar; secundar; arreciar; poner en marcha; escarbar; atosigar
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor ermutigen (Duits) in het Spaans
ermutigen:
-
ermutigen (komplimentieren; bejauchzen; feiern; schüren; jubeln; ermuntern; zusprechen; anfachen; aufmuntern; zujubeln; anblasen; anschüren; zujauchzen)
-
ermutigen (anregen; stimulieren; reizen; aufpolieren; verbessern; ankurbeln; aufmuntern; ermuntern; zusprechen; aufmöbeln)
-
ermutigen (jemand motivieren; motivieren; anfeuern; stimulieren; ermuntern; anspornen; animieren)
-
ermutigen (stimulieren; fördern)
-
ermutigen (anspornen; motivieren; stimulieren; ermuntern; animieren)
estimular; soportar; provocar; animar; incentivar; suscitar; motivar; apoyar; impulsar a; sostener; empujar; sujetar; promocionar; calzar; incitar; apresurar; engendrar; pegarse; avivar; hurgar; instigar; incitar a; aguijonear; hacer subir-
estimular werkwoord
-
soportar werkwoord
-
provocar werkwoord
-
animar werkwoord
-
incentivar werkwoord
-
suscitar werkwoord
-
motivar werkwoord
-
apoyar werkwoord
-
impulsar a werkwoord
-
sostener werkwoord
-
empujar werkwoord
-
sujetar werkwoord
-
promocionar werkwoord
-
calzar werkwoord
-
incitar werkwoord
-
apresurar werkwoord
-
engendrar werkwoord
-
pegarse werkwoord
-
avivar werkwoord
-
hurgar werkwoord
-
instigar werkwoord
-
incitar a werkwoord
-
aguijonear werkwoord
-
hacer subir werkwoord
-
-
ermutigen (motivieren; unterstützen; anfeuern; aufmuntern; antreiben; ermuntern; anspornen)
motivar; alentar; levantar; apoyar; encender; provocar; afilar; avivar; sostener; animar; engordar; empujar; sujetar; vaciar; promocionar; calzar; incentivar; suscitar; incitar; apresurar; engendrar; resucitar; acentuar; estimular; hurgar; secundar; arreciar; entornar; apuntalar; poner en marcha; instigar; escarbar; atosigar; espolear; impulsar a; incitar a; aguijonear-
motivar werkwoord
-
alentar werkwoord
-
levantar werkwoord
-
apoyar werkwoord
-
encender werkwoord
-
provocar werkwoord
-
afilar werkwoord
-
avivar werkwoord
-
sostener werkwoord
-
animar werkwoord
-
engordar werkwoord
-
empujar werkwoord
-
sujetar werkwoord
-
vaciar werkwoord
-
promocionar werkwoord
-
calzar werkwoord
-
incentivar werkwoord
-
suscitar werkwoord
-
incitar werkwoord
-
apresurar werkwoord
-
engendrar werkwoord
-
resucitar werkwoord
-
acentuar werkwoord
-
estimular werkwoord
-
hurgar werkwoord
-
secundar werkwoord
-
arreciar werkwoord
-
entornar werkwoord
-
apuntalar werkwoord
-
poner en marcha werkwoord
-
instigar werkwoord
-
escarbar werkwoord
-
atosigar werkwoord
-
espolear werkwoord
-
impulsar a werkwoord
-
incitar a werkwoord
-
aguijonear werkwoord
-
-
ermutigen (aufmuntern; trösten; aufrichten; aufheitern)
Conjugations for ermutigen:
Präsens
- ermutige
- ermutigst
- ermutigt
- ermutigen
- ermutigt
- ermutigen
Imperfekt
- ermutigte
- ermutigtest
- ermutigte
- ermutigten
- ermutigtet
- ermutigten
Perfekt
- bin ermutigt
- bist ermutigt
- ist ermutigt
- sind ermutigt
- seid ermutigt
- sind ermutigt
1. Konjunktiv [1]
- ermutige
- ermutigest
- ermutige
- ermutigen
- ermutiget
- ermutigen
2. Konjunktiv
- ermutigte
- ermutigtest
- ermutigte
- ermutigten
- ermutigtet
- ermutigten
Futur 1
- werde ermutigen
- wirst ermutigen
- wird ermutigen
- werden ermutigen
- werdet ermutigen
- werden ermutigen
1. Konjunktiv [2]
- würde ermutigen
- würdest ermutigen
- würde ermutigen
- würden ermutigen
- würdet ermutigen
- würden ermutigen
Diverses
- ermutig!
- ermutigt!
- ermutigen Sie!
- ermutigt
- ermutigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor ermutigen:
Synoniemen voor "ermutigen":
Wiktionary: ermutigen
ermutigen
Cross Translation:
verb
-
jemandem zureden, etwas zu tun
- ermutigen → animar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ermutigen | → incitar | ↔ abet — to assist or encourage in crime |
• ermutigen | → animar | ↔ cheer up — to make someone happy |
• ermutigen | → animar; alentar | ↔ encourage — mentally support or motivate |
• ermutigen | → aguijar | ↔ prod — encourage |
• ermutigen | → avivar; animar; incitar | ↔ opwekken — opmonteren, animeren |
• ermutigen | → confortar; alentar; animar | ↔ bemoedigen — iemand een positievere kijk op de kansen geven |
• ermutigen | → animar | ↔ aanmoedigen — moed inspreken |
• ermutigen | → animar | ↔ encourager — inciter à avoir du courage. |
• ermutigen | → excitar | ↔ hérisser — dresser ses cheveux, ses poils, ses plumes, en parlant de l’homme et des animaux. |
• ermutigen | → alentar; animar | ↔ réconforter — relever les forces, ranimer, remonter, tant au sens physique ou médical, qu'au sens moral. |
Computer vertaling door derden: