Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- erkennen:
-
Wiktionary:
- erkennen → penar, condenar, comprender, darse cuenta, reconocer, distinguir, ver
- erkennen → percibir, conocer, reconocer, darse cuenta de, tener conciencia de, ser consciente, entender, abarcar, aprehender, comprender, identificar, distinguir, mirar, concernir, incumbir, ver
Duits
Uitgebreide vertaling voor erkennen (Duits) in het Spaans
erkennen:
-
erkennen (begreifen; realisieren; einsehen; verstehen; fassen; durchschauen; kapieren)
comprender; darse cuenta de; reconocer; entender; concebir; calar; distinguir-
comprender werkwoord
-
darse cuenta de werkwoord
-
reconocer werkwoord
-
entender werkwoord
-
concebir werkwoord
-
calar werkwoord
-
distinguir werkwoord
-
-
erkennen (spüren; fühlen; sehen; beobachten; merken; bemerken; wahrnehmen; feststellen; entdecken)
darse cuenta de; observar; percibir; entrever; advertir-
darse cuenta de werkwoord
-
observar werkwoord
-
percibir werkwoord
-
entrever werkwoord
-
advertir werkwoord
-
-
erkennen (begreifen; verstehen; kapieren; fassen; durchschauen; einsehen)
comprender; entender; darse cuenta de; concebir; captar-
comprender werkwoord
-
entender werkwoord
-
darse cuenta de werkwoord
-
concebir werkwoord
-
captar werkwoord
-
-
erkennen (kapieren; durchsehen; durchschauen)
comprender; caer en la cuenta de; entender; ver el juego-
comprender werkwoord
-
caer en la cuenta de werkwoord
-
entender werkwoord
-
ver el juego werkwoord
-
-
erkennen (durchschauen; verstehen; einsehen; kapieren; begreifen; schnallen)
-
erkennen (unterschieden; unterscheiden; determinieren; bestimmen; auseinanderhalten; abstechen)
distinguir; determinar; diferenciar; destacarse; distinguirse; diferenciarse; condecorar-
distinguir werkwoord
-
determinar werkwoord
-
diferenciar werkwoord
-
destacarse werkwoord
-
distinguirse werkwoord
-
diferenciarse werkwoord
-
condecorar werkwoord
-
-
erkennen (ein Ehrezeichen geben; unterschieden; abstechen; bestimmen; auseinanderhalten; determinieren)
determinar; distinguir; diferenciar; discernir; destacarse; distinguirse; diferenciarse; condecorar-
determinar werkwoord
-
distinguir werkwoord
-
diferenciar werkwoord
-
discernir werkwoord
-
destacarse werkwoord
-
distinguirse werkwoord
-
diferenciarse werkwoord
-
condecorar werkwoord
-
-
erkennen (zu sehen bekommen; bemerken; feststellen; wahrnehmen)
distinguir; percibir; distinguirse; destacarse; mirar; discernir; percatarse de-
distinguir werkwoord
-
percibir werkwoord
-
distinguirse werkwoord
-
destacarse werkwoord
-
mirar werkwoord
-
discernir werkwoord
-
percatarse de werkwoord
-
Conjugations for erkennen:
Präsens
- erkenne
- erkennst
- erkennt
- erkennen
- erkennt
- erkennen
Imperfekt
- erkannte
- erkanntest
- erkannte
- erkannten
- erkanntet
- erkannten
Perfekt
- habe erkannt
- hast erkannt
- hat erkannt
- haben erkannt
- habt erkannt
- haben erkannt
1. Konjunktiv [1]
- erkenne
- erkennest
- erkenne
- erkennen
- erkennet
- erkennen
2. Konjunktiv
- erkannte
- erkanntest
- erkannte
- erkannten
- erkanntet
- erkannten
Futur 1
- werde erkennen
- wirst erkennen
- wird erkennen
- werden erkennen
- werdet erkennen
- werden erkennen
1. Konjunktiv [2]
- würde erkennen
- würdest erkennen
- würde erkennen
- würden erkennen
- würdet erkennen
- würden erkennen
Diverses
- erkenn!
- erkennt!
- erkennen Sie!
- erkannt
- erkennend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor erkennen:
Synoniemen voor "erkennen":
Wiktionary: erkennen
erkennen
Cross Translation:
verb
-
philosophisch: etwas umfassend durch den Geist, durch philosophische Systeme, Theorien begreifen; der Mensch erfasst die Realität auf empirische (John Locke), transzendentalphilosophische (Immanuel Kant) oder sensualistische (David Hume) Weise
- erkennen → penar; condenar; comprender; darse cuenta; reconocer
-
identifizieren; auf Grund bestimmter Anzeichen feststellen, um was oder um wen, es sich handelt; mit geschultem, sachverständigen Blick erfassen
- erkennen → reconocer
-
etwas oder jemand so deutlich wahrnehmen, dass man weiß, was oder wer es ist
- erkennen → distinguir; ver
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• erkennen | → percibir | ↔ discern — to detect with the senses, especially with the eyes |
• erkennen | → conocer | ↔ know — have sexual relations with |
• erkennen | → reconocer | ↔ recognise — to match in memory; to know from a previous encounter |
• erkennen | → reconocer | ↔ recognize — to match in memory; to know from a previous encounter |
• erkennen | → reconocer | ↔ erkennen — inzien, toegeven |
• erkennen | → darse cuenta de; tener conciencia de; ser consciente; entender; abarcar; aprehender; comprender | ↔ beseffen — het reëel bewust worden van iets |
• erkennen | → identificar; distinguir | ↔ identifier — didactique|fr comprendre deux choses sous une même idée. |
• erkennen | → mirar; concernir; incumbir | ↔ regarder — voir, observer |
• erkennen | → ver | ↔ voir — Percevoir l’image des objets par l’organe de la vue |