Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- ergriffen:
-
ergreifen:
- coger; prender; atrapar; agarrar; arrestar; detener; coger preso; aprehender; aprisionar; coger prisionero; comprender; pillar; entender; sorprender; trabar; fascinar; poner las esposas; cazar; cautivar; detengo; tomar; recoger; fijar; montar; depositar; inmovilizar; encadenar; encarcelar; engastar; conmocionar; obtener; adquirir; adueñarse de; apoderarse de; obsesionar; enredar; intrigar; despertar curiosidad; pescar; capturar; apresar
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor ergriffen (Duits) in het Spaans
ergriffen:
-
ergriffen (betroffen; gerührt; bewegt)
-
ergriffen (betroffen; gerührt; bewegt)
emocionado; emocional; conmovido-
emocionado bijvoeglijk naamwoord
-
emocional bijvoeglijk naamwoord
-
conmovido bijvoeglijk naamwoord
-
-
ergriffen (gerührt)
conmovido; emocionado; impresionado; afectado-
conmovido bijvoeglijk naamwoord
-
emocionado bijvoeglijk naamwoord
-
impresionado bijvoeglijk naamwoord
-
afectado bijvoeglijk naamwoord
-
-
ergriffen (bewegt; berührt)
movido; emocionado; conmovido-
movido bijvoeglijk naamwoord
-
emocionado bijvoeglijk naamwoord
-
conmovido bijvoeglijk naamwoord
-
-
ergriffen (herzzerreißend; herzergreifend)
enternecedor-
enternecedor bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ergriffen:
Synoniemen voor "ergriffen":
ergriffen vorm van ergreifen:
-
ergreifen (packen; greifen; fangen; fassen; erfassen; kriegen; festnehmen; einpacken; erwischen; eingreifen; abfangen; erhaschen; verhaften; verwickeln; überlisten)
-
ergreifen (verhaften; erfassen; fassen; greifen)
arrestar; detener; coger preso; aprehender; aprisionar; coger prisionero-
arrestar werkwoord
-
detener werkwoord
-
coger preso werkwoord
-
aprehender werkwoord
-
aprisionar werkwoord
-
coger prisionero werkwoord
-
-
ergreifen (ertappen; schnappen; erwischen; fangen; fassen; erfassen)
comprender; detener; atrapar; coger; pillar; entender; sorprender; trabar; fascinar; poner las esposas; cazar; cautivar; detengo; tomar; recoger; fijar; montar; prender; depositar; inmovilizar; encadenar; encarcelar; engastar; coger preso; coger prisionero-
comprender werkwoord
-
detener werkwoord
-
atrapar werkwoord
-
coger werkwoord
-
pillar werkwoord
-
entender werkwoord
-
sorprender werkwoord
-
trabar werkwoord
-
fascinar werkwoord
-
poner las esposas werkwoord
-
cazar werkwoord
-
cautivar werkwoord
-
detengo werkwoord
-
tomar werkwoord
-
recoger werkwoord
-
fijar werkwoord
-
montar werkwoord
-
prender werkwoord
-
depositar werkwoord
-
inmovilizar werkwoord
-
encadenar werkwoord
-
encarcelar werkwoord
-
engastar werkwoord
-
coger preso werkwoord
-
coger prisionero werkwoord
-
-
ergreifen (rühren)
-
ergreifen (bekommen; erwerben; erfassen; gewinnen; fassen; aufschnappen)
obtener; adquirir; adueñarse de; apoderarse de-
obtener werkwoord
-
adquirir werkwoord
-
adueñarse de werkwoord
-
apoderarse de werkwoord
-
-
ergreifen (Abnormal intrigieren; grabbeln; backen; faszinieren; erfassen; fassen; erwischen; ausspielen; gehen; kriegen; greifen; verhaften; fangen; fesseln; packen; knutschen; erobern; kappen; festnehmen; eingreifen; einpacken; ballen; schmieden; hervorholen; erhaschen; intrigieren)
obsesionar; fascinar; tomar; coger; enredar; intrigar; despertar curiosidad-
obsesionar werkwoord
-
fascinar werkwoord
-
tomar werkwoord
-
coger werkwoord
-
enredar werkwoord
-
intrigar werkwoord
-
despertar curiosidad werkwoord
-
-
ergreifen (erwischen)
-
ergreifen (erhaschen; erfassen; fassen; erwischen; fangen)
Conjugations for ergreifen:
Präsens
- ergreife
- ergreifst
- ergreift
- ergreifen
- ergreift
- ergreifen
Imperfekt
- ergriff
- ergriffst
- ergriff
- ergriffen
- ergrifft
- ergriffen
Perfekt
- habe ergriffen
- hast ergriffen
- hat ergriffen
- haben ergriffen
- habt ergriffen
- haben ergriffen
1. Konjunktiv [1]
- ergreife
- ergreifest
- ergreife
- ergreifen
- ergreifet
- ergreifen
2. Konjunktiv
- ergriffe
- ergriffest
- ergriffe
- ergriffen
- ergriffet
- ergriffen
Futur 1
- werde ergreifen
- wirst ergreifen
- wird ergreifen
- werden ergreifen
- werdet ergreifen
- werden ergreifen
1. Konjunktiv [2]
- würde ergreifen
- würdest ergreifen
- würde ergreifen
- würden ergreifen
- würdet ergreifen
- würden ergreifen
Diverses
- ergreif!
- ergreift!
- ergreifen Sie!
- ergriffen
- ergreifend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor ergreifen:
Synoniemen voor "ergreifen":
Wiktionary: ergreifen
ergreifen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ergreifen | → aferrar | ↔ clutch — to grip or grasp tightly |
• ergreifen | → agarrar; apoderarse de; apresar; aferrar | ↔ seize — grab |
• ergreifen | → agazapar; coger | ↔ vastpakken — iets of iemand grijpen en vasthouden |
• ergreifen | → agazapar; coger; agarrafar | ↔ vastgrijpen — iets of iemand grijpen en vasthouden |
• ergreifen | → acapillar; asir; agarrar; coger | ↔ grijpen — plotseling iets of iemand beetpakken |
• ergreifen | → agarrar; asir; coger; apoderarse de | ↔ agripper — sens transitif |
• ergreifen | → atrapar; coger | ↔ attraper — Prendre à une trappe, à un piège ou à quelque chose de semblable. |
• ergreifen | → atrapar; capturar | ↔ capturer — s’emparer d’un être vivant ou d’une chose. |
• ergreifen | → remover; mover; conmover; emocionar | ↔ remuer — mouvoir, déplacer. |
• ergreifen | → conmover; emocionar; agitar; perturbar | ↔ émouvoir — provoquer une émotion. |
Computer vertaling door derden: