Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- eingeschlossen:
-
einschließen:
- incluir; acompañar; adjuntar; agregar; envolver; encerrar; abarcar; dominar; añadir; cubrir; encapsular; contener; abrazar; limitar; aislar; restringir; acorralar; englobar; copar; comprimir; contornear; detener; encarcelar; ceñir; rodear; cercar; tener en cuenta; contar; contar también; meter en; caber en; enmoldar; encajar; insertar; probarse; interponer; intercalar; entrar en; interpolar; poner entre; encajar en; empujar hacia dentro; colocarse; poner; imponer; conservar; destinar; depositar; meter entre; circundar; tener agarrado; atar; tener detenido; calzar; adentrar; internar
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor eingeschlossen (Duits) in het Spaans
eingeschlossen:
-
eingeschlossen (inbegriffen; inklusive)
-
eingeschlossen (umzingelt)
incluido; anexo; sellado; encasillado; incluso; aislado; añadido; envuelto; encerrado; designado; encarcelado; copado; precintado; encuadrado-
incluido bijvoeglijk naamwoord
-
anexo bijvoeglijk naamwoord
-
sellado bijvoeglijk naamwoord
-
encasillado bijvoeglijk naamwoord
-
incluso bijvoeglijk naamwoord
-
aislado bijvoeglijk naamwoord
-
añadido bijvoeglijk naamwoord
-
envuelto bijvoeglijk naamwoord
-
encerrado bijvoeglijk naamwoord
-
designado bijvoeglijk naamwoord
-
encarcelado bijvoeglijk naamwoord
-
copado bijvoeglijk naamwoord
-
precintado bijvoeglijk naamwoord
-
encuadrado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor eingeschlossen:
Synoniemen voor "eingeschlossen":
einschließen:
einschließen werkwoord (schließe ein, schließest ein, schließt ein, schloß ein, schloßet ein, eingeschlossen)
-
einschließen (hinzufügen; beifügen; schließen; enthalten; beilegen; erfassen; umziehen; bestreichen; anfügen; umfassen; beschränken; einhegen; verkapseln; einschränken; einsperren; blockieren; eindämmen; einkreisen; umschließen; einpferchen; eindeichen; einsäumen; einkapseln)
incluir; acompañar; adjuntar; agregar; envolver; encerrar; abarcar; dominar; añadir; cubrir; encapsular; contener; abrazar; limitar; aislar; restringir; acorralar; englobar; copar; comprimir; contornear-
incluir werkwoord
-
acompañar werkwoord
-
adjuntar werkwoord
-
agregar werkwoord
-
envolver werkwoord
-
encerrar werkwoord
-
abarcar werkwoord
-
dominar werkwoord
-
añadir werkwoord
-
cubrir werkwoord
-
encapsular werkwoord
-
contener werkwoord
-
abrazar werkwoord
-
limitar werkwoord
-
aislar werkwoord
-
restringir werkwoord
-
acorralar werkwoord
-
englobar werkwoord
-
copar werkwoord
-
comprimir werkwoord
-
contornear werkwoord
-
-
einschließen (einsperren; gefangenhalten; festsetzen; einpferchen)
-
einschließen (umschließen; umfassen; einrahmen; einkreisen; einpferchen; umringen; einhegen; einsäumen)
-
einschließen (mitrechnen; einkalkulieren; mitzählen; hinzuzählen)
tener en cuenta; contar; contar también-
tener en cuenta werkwoord
-
contar werkwoord
-
contar también werkwoord
-
-
einschließen (hineinpassen; schalten; einbauen; einfügen; einschalten; einlegen; einführen; einordnen; einbetten; eingliedern; einfädeln; einpassen; einflechten; einweben)
meter en; caber en; enmoldar; encajar; insertar; probarse; interponer; intercalar; entrar en; interpolar; poner entre; encajar en; empujar hacia dentro-
meter en werkwoord
-
caber en werkwoord
-
enmoldar werkwoord
-
encajar werkwoord
-
insertar werkwoord
-
probarse werkwoord
-
interponer werkwoord
-
intercalar werkwoord
-
entrar en werkwoord
-
interpolar werkwoord
-
poner entre werkwoord
-
encajar en werkwoord
-
empujar hacia dentro werkwoord
-
-
einschließen (einfügen; fügen; einlegen)
insertar; colocarse; poner; imponer; conservar; destinar; depositar; interponer; meter entre-
insertar werkwoord
-
colocarse werkwoord
-
poner werkwoord
-
imponer werkwoord
-
conservar werkwoord
-
destinar werkwoord
-
depositar werkwoord
-
interponer werkwoord
-
meter entre werkwoord
-
-
einschließen (umgeben; umringen; umschließen)
-
einschließen (in Haft behalten; verhaften; internieren; festhalten; einsperren; verschließen; festsetzen; einpferchen; gefangen halten)
tener agarrado; detener; atar; tener detenido; calzar; adentrar; internar-
tener agarrado werkwoord
-
detener werkwoord
-
atar werkwoord
-
tener detenido werkwoord
-
calzar werkwoord
-
adentrar werkwoord
-
internar werkwoord
-
Conjugations for einschließen:
Präsens
- schließe ein
- schließest ein
- schließt ein
- schließen ein
- schließt ein
- schließen ein
Imperfekt
- schloß ein
- schloßest ein
- schloß ein
- schloßen ein
- schloßet ein
- schloßen ein
Perfekt
- habe eingeschlossen
- hast eingeschlossen
- hat eingeschlossen
- haben eingeschlossen
- habt eingeschlossen
- haben eingeschlossen
1. Konjunktiv [1]
- schließe ein
- schließest ein
- schließe ein
- schließen ein
- schließet ein
- schließen ein
2. Konjunktiv
- schlösse ein
- schlössest ein
- schlösse ein
- schlössen ein
- schlösset ein
- schlössen ein
Futur 1
- werde einschließen
- wirst einschließen
- wird einschließen
- werden einschließen
- werdet einschließen
- werden einschließen
1. Konjunktiv [2]
- würde einschließen
- würdest einschließen
- würde einschließen
- würden einschließen
- würdet einschließen
- würden einschließen
Diverses
- schließ ein!
- schließt ein!
- schließen Sie ein!
- eingeschlossen
- einschließend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor einschließen:
Synoniemen voor "einschließen":
Wiktionary: einschließen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• einschließen | → acerrojar; encerrar; recluir | ↔ opsluiten — (overgankelijk) iemand achter slot gevangen zetten |
• einschließen | → adjuntar; incluir | ↔ insluiten — iets bijvoegen |
• einschließen | → encerrar | ↔ insluiten — opsluiten in iets |
• einschließen | → incluir | ↔ inclure — enfermer, insérer. Autrefois, il s'agissait d'un verbe défectif qui n’était plus guère usité qu’au participe passé inclus, le plus souvent précéder de ci, mais son usage en informatique lui a rendu son statut de verbe normal. |
• einschließen | → contener | ↔ renfermer — enfermer de nouveau. |
• einschließen | → apretar | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |
Computer vertaling door derden: