Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- eher:
-
Wiktionary:
- eher → preferiblemente, algo, bastante, más bien
Duits
Uitgebreide vertaling voor eher (Duits) in het Spaans
eher:
-
eher (früher)
antes; anterior; anteriormente; en otros tiempos; pasado-
antes bijvoeglijk naamwoord
-
anterior bijvoeglijk naamwoord
-
anteriormente bijvoeglijk naamwoord
-
en otros tiempos bijvoeglijk naamwoord
-
pasado bijvoeglijk naamwoord
-
-
eher
antes bien-
antes bien bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor eher:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anterior | Vorhergehende; Vorige | |
pasado | Vergangenheit | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anterior | eher; früher | früher; vorangehend; vorhergehend; vorig |
anteriormente | eher; früher | bevor; davor; früher; in vergangener Zeit; von davor; vorher; zuvor |
antes | eher; früher | bevor; davor; dazu; früher; im voraus; in vergangener Zeit; lieber; von davor; vorher; zuvor |
antes bien | eher | |
en otros tiempos | eher; früher | damals; davor; einst; früher; in vergangener Zeit; vorher |
pasado | eher; früher | armselig; armutig; aufgeschlossen; aus; beendet; bereit; durchgegeben; eingeholt; einsatzbereit; elend; erledigt; fertig; fällig; geschafft; klar; mittellos; parat; passiert; schlottrig; schäbig; um; unansehnlich; unerwartet zum Besuch gekommen; verlottert; verludert; verstrichen; vollendet; vorbeigefahren; vorbeigekommen; vorig; weitergegeben; weitergeleitet; zerlumpt; ärmlich; überholt; übermittelt; überschritten |