Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. derjenige:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor derjenige (Duits) in het Spaans

derjenige:

derjenige [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der derjenige (diejenige)
    el quien; el el que; la la que
    • quien [el ~] zelfstandig naamwoord
    • el que [el ~] zelfstandig naamwoord
    • la que [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor derjenige:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
el que derjenige; diejenige
la que derjenige; diejenige
quien derjenige; diejenige
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
aquel que daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
aquella daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
aquellas daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
aquello daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
aquellos daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
el cual daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
el que daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aquello dasjenige
el que diejenige

Wiktionary: derjenige

derjenige
  1. Nominativ Singular Maskulin des Demonstrativpronomens derjenige. Es bezieht sich auf etwas, das in einem folgenden Relativsatz genauer bestimmt wird.

Computer vertaling door derden: