Duits
Uitgebreide vertaling voor bunkeren (Duits) in het Spaans
bunkeren:
-
bunkeren (aufessen; konsumieren; essen; hinunterschlucken; gebrauchen; speisen; laben; schlucken; zu Abend essen; stopfen; verzehren; verwerten; auffressen; aufzehren; füttern; verspeisen; aufbrauchen; hineinstopfen; hinunterschlingen)
Vertaal Matrix voor bunkeren:
bunkern:
-
bunkern (hinunterschlucken; fressen; auffressen; genießen; futtern; einreißen; aufessen; hinunterschlingen)
tomar combustible; comer; devorar; destrozar; comerse; embuchar; llenarse de comida; comer con glotonería-
tomar combustible werkwoord
-
comer werkwoord
-
devorar werkwoord
-
destrozar werkwoord
-
comerse werkwoord
-
embuchar werkwoord
-
llenarse de comida werkwoord
-
comer con glotonería werkwoord
-
-
bunkern (hinunterschlucken; nehmen; verschlucken; hereinkriegen; genießen; schlucken; verschlingen; fressen; stopfen; verzehren; einstecken; futtern; schlingen; verspeisen; schwelgen; ätzen; vertilgen; auffressen; aufessen; hineinstopfen; hinunterschlingen)
tomar; comer; jalar; engullir; tragar; devorar; ingerir; comerse; jamar; tragarse; atiborrarse; atracarse; llenarse de comida; tomar combustible; comer con glotonería-
tomar werkwoord
-
comer werkwoord
-
jalar werkwoord
-
engullir werkwoord
-
tragar werkwoord
-
devorar werkwoord
-
ingerir werkwoord
-
comerse werkwoord
-
jamar werkwoord
-
tragarse werkwoord
-
atiborrarse werkwoord
-
atracarse werkwoord
-
llenarse de comida werkwoord
-
tomar combustible werkwoord
-
comer con glotonería werkwoord
-
Conjugations for bunkern:
Präsens
- bunkere
- bunkerst
- bunkert
- bunkeren
- bunkert
- bunkeren
Imperfekt
- bunkerte
- bunkertest
- bunkerte
- bunkerten
- bunkertet
- bunkerten
Perfekt
- habe gebunkert
- hast gebunkert
- hat gebunkert
- haben gebunkert
- habt gebunkert
- haben gebunkert
1. Konjunktiv [1]
- bunkere
- bunkerest
- bunkere
- bunkeren
- bunkeret
- bunkeren
2. Konjunktiv
- bunkerte
- bunkertest
- bunkerte
- bunkerten
- bunkertet
- bunkerten
Futur 1
- werde bunkern
- wirst bunkern
- wird bunkern
- werden bunkern
- werdet bunkern
- werden bunkern
1. Konjunktiv [2]
- würde bunkern
- würdest bunkern
- würde bunkern
- würden bunkern
- würdet bunkern
- würden bunkern
Diverses
- bunker!
- bunkert!
- bunkeren Sie!
- gebunkert
- bunkerend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor bunkern:
Synoniemen voor "bunkern":
Computer vertaling door derden: