Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bibbern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor bibbern (Duits) in het Spaans

bibbern:

bibbern werkwoord

  1. bibbern (beben; schütteln)
    sacudir
  2. bibbern (frösteln; zittern; beben; zucken; vibrieren)
    temblar

Vertaal Matrix voor bibbern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sacudir Abschütteln; Stoßen
temblar Beben; Erschütterung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sacudir beben; bibbern; schütteln Staub abklopfen; ablehnen; abschlagen; abschütteln; abweisen; aufschütteln; ausbeulen; ausplündern; ausrauben; ausschlagen; ausschüttern; einklopfen; schwenken; umschütteln; verwerfen; zurückweisen
temblar beben; bibbern; frösteln; vibrieren; zittern; zucken beben; durchzucken; erschüttern; hin und her bewegen; schwabbeln; stoßen; vibrieren; zittern; zucken

Synoniemen voor "bibbern":