Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal bewaffnen

Vertaal bewaffnen van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bewaffnen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor bewaffnen (Duits) in het Spaans

bewaffnen:

bewaffnen werkwoord (bewaffne, bewaffnst, bewaffnt, bewaffnte, bewaffntet, bewaffnet)

  1. bewaffnen
    armar
  2. bewaffnen (bewehren)
    reforzar; armar; blindar

Conjugations for bewaffnen:

Präsens
  1. bewaffne
  2. bewaffnst
  3. bewaffnt
  4. bewaffnen
  5. bewaffnt
  6. bewaffnen
Imperfekt
  1. bewaffnte
  2. bewaffntest
  3. bewaffnte
  4. bewaffnten
  5. bewaffntet
  6. bewaffnten
Perfekt
  1. habe bewaffnet
  2. hast bewaffnet
  3. hat bewaffnet
  4. haben bewaffnet
  5. habt bewaffnet
  6. haben bewaffnet
1. Konjunktiv [1]
  1. bewaffne
  2. bewaffnest
  3. bewaffne
  4. bewaffnen
  5. bewaffnet
  6. bewaffnen
2. Konjunktiv
  1. bewaffnte
  2. bewaffntest
  3. bewaffnte
  4. bewaffnten
  5. bewaffntet
  6. bewaffnten
Futur 1
  1. werde bewaffnen
  2. wirst bewaffnen
  3. wird bewaffnen
  4. werden bewaffnen
  5. werdet bewaffnen
  6. werden bewaffnen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde bewaffnen
  2. würdest bewaffnen
  3. würde bewaffnen
  4. würden bewaffnen
  5. würdet bewaffnen
  6. würden bewaffnen
Diverses
  1. bewaffn!
  2. bewaffnt!
  3. bewaffnen Sie!
  5. bewaffnet
  6. bewaffnend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor bewaffnen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armar bewaffnen; bewehren Musik komponieren; anfertigen; anspannen; anstiften; antun; aufbauen; aufstellen; aufziehen; ausfertigen; auslösen; bewirken; beziehen; bilden; dehnen; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; formen; formieren; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; spannen; strecken; tun; verfertigen; verursachen
blindar bewaffnen; bewehren abblenden; abdecken; abschirmen
reforzar bewaffnen; bewehren Schwerer machen; aufmotzen; aufpolieren; ausbessern; bekräftigen; beladen; belasten; beschweren; erschweren; schwerer machen; verbessern; verstärken

Synoniemen voor "bewaffnen":


Wiktionary: bewaffnen

Cross Translation:
FromToVia
• bewaffnen → armar ↔ arm — to supply with weapons
• bewaffnen → armar ↔ bewapenen — iemand van wapens voorzien
• bewaffnen → armar ↔ armer — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0221 seconde
Page rendered in 1.0 seconds