Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- bestritten:
- bestreiten:
-
Wiktionary:
- bestreiten → negar, contradecir, objetar, impugnar, disputar, discutir, cuestionar
Duits
Uitgebreide vertaling voor bestritten (Duits) in het Spaans
bestritten:
-
bestritten (bekämpft; dementiert; entgegengetreten; abgestritten)
controvertido; discutido; debatido-
controvertido bijvoeglijk naamwoord
-
discutido bijvoeglijk naamwoord
-
debatido bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bestritten:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
controvertido | abgestritten; bekämpft; bestritten; dementiert; entgegengetreten | |
debatido | abgestritten; bekämpft; bestritten; dementiert; entgegengetreten | |
discutido | abgestritten; bekämpft; bestritten; dementiert; entgegengetreten | besprochen |
bestreiten:
-
bestreiten (leugnen; verleugnen; abstreiten)
-
bestreiten (bekämpfen; kämpfen; schlagen; streiten; fechten)
-
bestreiten (schlagen; streiten; bekämpfen; sich duellieren; sich raufen; balgen; sich keilen)
combatir; luchar; pelearse; pelear; dar puñetazos; reñir; batirse; luchar contra; combatir en desafío; impugnar; andar a la greña; batirse en duelo; hacer un duelo-
combatir werkwoord
-
luchar werkwoord
-
pelearse werkwoord
-
pelear werkwoord
-
dar puñetazos werkwoord
-
reñir werkwoord
-
batirse werkwoord
-
luchar contra werkwoord
-
combatir en desafío werkwoord
-
impugnar werkwoord
-
andar a la greña werkwoord
-
batirse en duelo werkwoord
-
hacer un duelo werkwoord
-
-
bestreiten (widersprechen; protestieren)
protestar; negar; objetar; contradecir; argumentar; discutir; debatir; replicar; argüir; rebatir-
protestar werkwoord
-
negar werkwoord
-
objetar werkwoord
-
contradecir werkwoord
-
argumentar werkwoord
-
discutir werkwoord
-
debatir werkwoord
-
replicar werkwoord
-
argüir werkwoord
-
rebatir werkwoord
-
-
bestreiten (widersprechen; leugnen; verneinen; protestieren; aufmucken)
-
bestreiten (bekämpfen; schlagen)
Conjugations for bestreiten:
Präsens
- bestreite
- bestreitest
- bestreitet
- bestreiten
- bestreitet
- bestreiten
Imperfekt
- bestritt
- bestrittst
- bestritt
- bestritten
- bestrittet
- bestritten
Perfekt
- habe bestritten
- hast bestritten
- hat bestritten
- haben bestritten
- habt bestritten
- haben bestritten
1. Konjunktiv [1]
- bestreite
- bestreitest
- bestreite
- bestreiten
- bestreitet
- bestreiten
2. Konjunktiv
- bestritte
- bestrittest
- bestritte
- bestritten
- bestrittet
- bestritten
Futur 1
- werde bestreiten
- wirst bestreiten
- wird bestreiten
- werden bestreiten
- werdet bestreiten
- werden bestreiten
1. Konjunktiv [2]
- würde bestreiten
- würdest bestreiten
- würde bestreiten
- würden bestreiten
- würdet bestreiten
- würden bestreiten
Diverses
- bestreite
- bestreitet!
- bestreiten Sie!
- bestritten
- bestreitend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor bestreiten:
Synoniemen voor "bestreiten":
Wiktionary: bestreiten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bestreiten | → negar | ↔ deny — to assert that something is not true |
• bestreiten | → contradecir; objetar | ↔ betwisten — aanvechten, tegenspreken |
• bestreiten | → impugnar; disputar; discutir; cuestionar | ↔ betwisten — iemand iets ~ iemand het recht ergens toe trachten te ontzeggen |
• bestreiten | → discutir; objetar; contradecir | ↔ contester — Mettre en discussion ce que quelqu’un revendique. |