Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal befrachten

Vertaal befrachten van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. befrachten:

Duits

Uitgebreide vertaling voor befrachten (Duits) in het Spaans

befrachten:

befrachten werkwoord (befrachte, befrachtest, befrachtet, befrachtete, befrachtetet, befrachtet)

  1. befrachten (beladen; laden; einladen; aufladen)
    cargar; fletar; recargar
  2. befrachten (einladen; laden; aufladen; verladen; beladen)
    cargar; embarcar; recargar
  3. befrachten (elektricität aufladen; belasten; einladen; )
    cargar; estibar; recargar; fletar

Conjugations for befrachten:

Präsens
  1. befrachte
  2. befrachtest
  3. befrachtet
  4. befrachten
  5. befrachtet
  6. befrachten
Imperfekt
  1. befrachtete
  2. befrachtetest
  3. befrachtete
  4. befrachteten
  5. befrachtetet
  6. befrachteten
Perfekt
  1. habe befrachtet
  2. hast befrachtet
  3. hat befrachtet
  4. haben befrachtet
  5. habt befrachtet
  6. haben befrachtet
1. Konjunktiv [1]
  1. befrachte
  2. befrachtest
  3. befrachte
  4. befrachten
  5. befrachtet
  6. befrachten
2. Konjunktiv
  1. befrachtete
  2. befrachtetest
  3. befrachtete
  4. befrachteten
  5. befrachtetet
  6. befrachteten
Futur 1
  1. werde befrachten
  2. wirst befrachten
  3. wird befrachten
  4. werden befrachten
  5. werdet befrachten
  6. werden befrachten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde befrachten
  2. würdest befrachten
  3. würde befrachten
  4. würden befrachten
  5. würdet befrachten
  6. würden befrachten
Diverses
  1. befracht!
  2. befrachtet!
  3. befrachten Sie!
  5. befrachtet
  6. befrachtend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor befrachten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cargar Auslastung; Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Laden; Ladung
estibar Stauen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cargar aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden; verladen anrechnen; aufladen; auftragen; beauftragen; elektrizieren; fakturieren; füllen; hochladen; plombieren; schleppen; tragen; wuchten
embarcar aufladen; befrachten; beladen; einladen; laden; verladen einschiffen; einsteigen; entern; verladen
estibar aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden aufstauen; fortbewegen; stauen; vor sich hertreiben; vorwärts treiben
fletar aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden einmieten; mieten; pachten
recargar aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden; verladen erneut laden; nachladen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0222 seconde
Page rendered in 1.0 seconds