Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. auswegen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor auswegen (Duits) in het Spaans

auswegen:

auswegen werkwoord

  1. auswegen (abwegen)
    pesar

Vertaal Matrix voor auswegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pesar Folter; Gram; Kummer; Leid; Mühe; Pein; Qual; Quälerei; Schererei; Scherereien; Schmerz; Unannehmlichkeit; Verdrießlichkeit; Verdruß; Ärger; Ärgernis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pesar abwegen; auswegen wiegen

Computer vertaling door derden: