Duits
Uitgebreide vertaling voor auseinander gegangen (Duits) in het Spaans
auseinander gegangen:
-
auseinander gegangen (entbunden; aufgelöst)
separado; descompuesto; deshecho-
separado bijvoeglijk naamwoord
-
descompuesto bijvoeglijk naamwoord
-
deshecho bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor auseinander gegangen:
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| descompuesto | aufgelöst; auseinander gegangen; entbunden | aufgeklärt; aufgelöst; bestürzt; betroffen; entsetzt; erschüttert; fassungslos; kaputt; zerbrochen; zerrüttet |
| deshecho | aufgelöst; auseinander gegangen; entbunden | betroffen; bewegt; ergriffen; erschöpft; gerührt; hundemüde; todmüde; ungetan |
| separado | aufgelöst; auseinander gegangen; entbunden | abgeschieden; abgesondert; abgschieden; absonderlich; alleinstehend; apart; auseinander; desolat; einsam; einzeln; einzelstehend; entzwei; freistehend; geschieden; gesondert; gespreitzt; geteilt; getrennt; jeder für sich; locker; lose; nicht fest; separat; vereinsamt; vereinzelt; verlassen; von einander getrennt; öde |
Computer vertaling door derden: