Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal aus dem Weg räumen

Vertaal aus dem Weg räumen van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

aus dem Weg räumen:
- quitar; verter; vaciar; desocupar; evacuar; verter sobre

Duits

Uitgebreide vertaling voor aus dem Weg räumen (Duits) in het Spaans

aus dem Weg räumen:

aus dem Weg räumen werkwoord

aus dem Weg räumen (abräumen; räumen; ausräumen; entleeren)
quitar; verter; vaciar; desocupar; evacuar; verter sobre
- quitar werkwoord
- verter werkwoord
- vaciar werkwoord
- desocupar werkwoord
- evacuar werkwoord
- verter sobre werkwoord

Vertaal Matrix voor aus dem Weg räumen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
quitar		Abnehmen; Amputation; Amputieren; Entfernen
vaciar		Abladen; Ausladen
verter		Ausgießen; Ausschüttung; Einschenken
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
desocupar	abräumen; aus dem Weg räumen; ausräumen; entleeren; räumen	ausheben; ausleeren; ausräumen; entleeren; herausnehmen; leeren
evacuar	abräumen; aus dem Weg räumen; ausräumen; entleeren; räumen	ausräumen; beseitigen; entfernen; evakuieren; fortschaffen; räumen; wegführen; wegleiten; wegschaffen
quitar	abräumen; aus dem Weg räumen; ausräumen; entleeren; räumen	abnehmen; abwischen; aufräumen; ausheben; ausholen; ausnehmen; ausplündern; ausrauben; befreien; beseitigen; entfernen; entnehmen; entwenden; fegen; fortbringen; fortnehmen; fortschaffen; herausnehmen; herunterholen; plündern; putzen; rauben; reinigen; reinmachen; saubermachen; stehlen; säubern; vertreiben; wegholen; wegnehmen; wegschaffen; wegschneiden; wegtun; überfallen
vaciar	abräumen; aus dem Weg räumen; ausräumen; entleeren; räumen	abfließen lassen; abhängen; abkoppeln; abtrennen; andrehen; anfeuern; anspornen; antreiben; aufknoten; auflösen; aufmachen; aufmuntern; auftrennen; ausbeulen; ausfädeln; ausheben; aushecken; ausholen; aushöhlen; auskehlen; auslaufen lassen; ausmisten; ausnehmen; auspressen; ausräumen; ausschenken; austiefen; austrinken; ermuntern; ermutigen; herausnehmen; leer trinken; leeren; leermachen; lockern; loshaken; loskoppeln; loslösen; losmachen; losziehen; lösen; motivieren; plündern; treiben; unterstützen
verter	abräumen; aus dem Weg räumen; ausräumen; entleeren; räumen	abtropfen; auf den...giessen; ausgießen; auslecken; ausscheiden; ausschütten; ausstellen; ausstoßen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; bewilligen; deponieren; durchfallen; durchsickern; eingießen; einreichen; einschenken; erlauben; erweisen; fließen; geben; genehmigen; gewähren; gießen; gutheißen; gönnen; herauströpfeln; hinterlegen; kleckern; laufen; lecken; schenken; sickern; spenden; stiften; strömen; triefen; tropfen; tröpfeln; verehren; vergeuden; vergießen; vergönnen; verschenken; verschwenden; vertun; zuerkennen
verter sobre	abräumen; aus dem Weg räumen; ausräumen; entleeren; räumen

Synoniemen voor "aus dem Weg räumen":

abgelten; ausbügeln; ausgleichen; begleichen; die Scharte auswetzen; ins Reine bringen; wettmachen; wiedergutmachen

Verwante vertalingen van aus dem Weg räumen