Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. anbsetzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anbsetzen (Duits) in het Spaans

anbsetzen:

anbsetzen werkwoord

  1. anbsetzen (absagen; abblasen)
    suspender; cancelar; anular

Vertaal Matrix voor anbsetzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anular Aufheben; Widerrufen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anular abblasen; absagen; anbsetzen abbestellen; abbrechen; ablehnen; absagen; abstoßen; abweisen; annulieren; annullieren; aufheben; durchstreichen; einschränken; einstellen; lösen; mäßigen; reduzieren; rückgängig machen; schmälern; sich zurückziehen; stornieren; streichen; tilgen; verabredung absagen; verringern; wider'rufen; widerrufen; zurückdrehen; zurücknehmen; zurückrufen; zurückschicken; zurückschrauben; zurücksenden; zurückweisen; zurückziehen
cancelar abblasen; absagen; anbsetzen abbestellen; abbrechen; absagen; annulieren; annullieren; aufheben; durchstreichen; einstellen; lösen; rückgängig machen; stornieren; streichen; tilgen; wider'rufen; widerrufen
suspender abblasen; absagen; anbsetzen ablehnen; abprallen; abrutschen; abschlagen; abstoßen; abweisen; anhalten; aus Zink; ausscheiden; ausschlagen; das Verfahren einstellen; durchfallen; durchrasseln; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einsinken; einstürzen; etwas aufgeben; fallen; galvanisieren; herabsacken; herunterrutschen; sausen; segeln; senken; seponieren; setzen; sickern; sinken; sitzen bleiben; suspendieren; versenken; versinken; vertagen; verweigern; verwerfen; verzichten; verzinken; zeitweilig aufheben; zeitweilig sperren; zinken; zu den Akten legen; zurücktreten; zurückweisen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anular ringförmig