Duits
Uitgebreide vertaling voor alarmieren (Duits) in het Spaans
alarmieren:
-
alarmieren
alarmar; preocuparse; inquietar; atemorizar; angustiar; inquietarse-
alarmar werkwoord
-
preocuparse werkwoord
-
inquietar werkwoord
-
atemorizar werkwoord
-
angustiar werkwoord
-
inquietarse werkwoord
-
Conjugations for alarmieren:
Präsens
- alarmiere
- alarmierst
- alarmiert
- alarmieren
- alarmiert
- alarmieren
Imperfekt
- alarmierte
- alarmiertest
- alarmierte
- alarmierten
- alarmiertet
- alarmierten
Perfekt
- habe alarmiert
- hast alarmiert
- hat alarmiert
- haben alarmiert
- habt alarmiert
- haben alarmiert
1. Konjunktiv [1]
- alarmiere
- alarmierest
- alarmiere
- alarmieren
- alarmieret
- alarmieren
2. Konjunktiv
- alarmierte
- alarmiertest
- alarmierte
- alarmierten
- alarmiertet
- alarmierten
Futur 1
- werde alarmieren
- wirst alarmieren
- wird alarmieren
- werden alarmieren
- werdet alarmieren
- werden alarmieren
1. Konjunktiv [2]
- würde alarmieren
- würdest alarmieren
- würde alarmieren
- würden alarmieren
- würdet alarmieren
- würden alarmieren
Diverses
- alarmier!
- alarmiert!
- alarmieren Sie!
- alarmiert
- alarmierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor alarmieren:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| inquietar | Sorgen machen um | |
| preocuparse | Grübelei; Grübeln | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| alarmar | alarmieren | Sorgen machen; beängstigen; entsetzen; erschrecken; informieren; mitteilen; verkünden; von etwas in Kenntnis setzen; warnen |
| angustiar | alarmieren | Sorgen machen; bedrängen; beklemmen; beängstigen; sorgen |
| atemorizar | alarmieren | Angst einjagen; abschrecken; beängstigen; entsetzen; erschrecken; informieren; mitteilen; sorgen; verkünden; verscheuchen; verschrecken; von etwas in Kenntnis setzen; warnen |
| inquietar | alarmieren | Sorgen machen; bedrängen; beklemmen; beängstigen; entsetzen; erschrecken |
| inquietarse | alarmieren | Sorgen machen; beängstigen |
| preocuparse | alarmieren | besorgt sein; pflegen; sorgen; verpflegen; versorgen |
Synoniemen voor "alarmieren":
Wiktionary: alarmieren
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • alarmieren | → alarmar; alertar | ↔ alarmeren — door alarm oproepen of bijeenroepen |
Computer vertaling door derden: