Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal abpreisen

Vertaal abpreisen van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

abpreisen:
- reducir; rebajar; aminorar; bajar el precio

Duits

Uitgebreide vertaling voor abpreisen (Duits) in het Spaans

abpreisen:

abpreisen werkwoord

abpreisen (reduzieren; senken; herabsetzen)
reducir; rebajar; aminorar; bajar el precio
- reducir werkwoord
- rebajar werkwoord
- aminorar werkwoord
- bajar el precio werkwoord

Vertaal Matrix voor abpreisen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aminorar	abpreisen; herabsetzen; reduzieren; senken	anhalten; aufhalten; einschrumpfen; hemmen; herabsetzen; hinhalten; kürzen; mindern; minimalisieren; niedriger machen; reduzieren; schrumpfen; schwinden; senken; stocken; verkleinern; vermindern; verringern; verspäten; verzögern
bajar el precio	abpreisen; herabsetzen; reduzieren; senken	herabsetzen; niedriger machen; reduzieren; senken
rebajar	abpreisen; herabsetzen; reduzieren; senken	abbauen; abschwächen; einschrumpfen; fallen; fortnehmen; herabmindern; herabsetzen; kürzen; mindern; minimalisieren; nachlassen; niedriger machen; reduzieren; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; senken; setzen; sinken; sparen; verkleinern; verknappen; vermindern; verringern; versiegen; vertreten; wegnehmen; wiederwählen; zurückgehen; zurücklegen; zurücksetzen; zurückversetzen; zusammengehen
reducir	abpreisen; herabsetzen; reduzieren; senken	abbauen; abgrenzen; ablegen; ableiten; abschwächen; absperren; abstellen; abzäunen; anbringen; aufstellen; beeinträchtigen; begrenzen; beschneiden; beschränken; betten; brühen; eindämmen; einordnen; einräumen; einrücken; einschrumpfen; einschränken; einstellen; einsäumen; einteilen; einweisen; fallen; fortnehmen; fügen; gruppieren; herabmindern; herabsetzen; hinlegen; hinstellen; installieren; jemandem schaden; kürzen; laichen; legen; limitieren; mindern; minimalisieren; mäßigen; nachlassen; reduzieren; rückgängig machen; schalten; schlingen; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sinken; sparen; stationieren; stecken; stellen; umzäunen; unteraus legen; unterbringen; vergeben; verkleinern; verknappen; verlegen; vermindern; verringern; versiegen; wegnehmen; zurückdrehen; zurückdrängen; zurückführen; zurückgehen; zurückschicken; zurückschrauben; zurücksenden; zurücktreiben; zusammengehen

Computer vertaling door derden: