Duits
Uitgebreide vertaling voor abhold (Duits) in het Spaans
abhold:
-
abhold (abgeneigt; widerborstig)
hostil; contrario; enemigo; conminatorio; que tiene aversión a-
hostil bijvoeglijk naamwoord
-
contrario bijvoeglijk naamwoord
-
enemigo bijvoeglijk naamwoord
-
conminatorio bijvoeglijk naamwoord
-
que tiene aversión a bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor abhold:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
contrario | Gegensatz; Gegenspieler; Gegenteil; Gegenübergestellte; Gegner | |
enemigo | Feind; Gegenkandidat; Gegenspieler; Gegner; Hasser; Kontrahent; Opponent; der eine Gegenstimme abgibt; die eine Gegenstimme abgibt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
conminatorio | abgeneigt; abhold; widerborstig | bedrohend; bedrohlich; drohend; feindlich; feindselig; gefährlich |
contrario | abgeneigt; abhold; widerborstig | bedrohlich; drohend; feindlich; feindselig; gefährlich; gegensätzlich; mit der Innenseite nach außen; umgekehrt; unvereinbar; verkehrt; widersprüchlich |
enemigo | abgeneigt; abhold; widerborstig | aufsässig; bedrohlich; boshaft; drohend; feindlich; feindselig; furchtbar; gefährlich; gehässig; giftig; häslich; unhold |
hostil | abgeneigt; abhold; widerborstig | |
que tiene aversión a | abgeneigt; abhold; widerborstig |