Duits
Uitgebreide vertaling voor abbüßen (Duits) in het Spaans
abbüßen:
-
abbüßen (gutmachen; aufarbeiten; sühnen)
-
abbüßen (kompensieren; ersetzen; vergüten; erstatten; ausgleichen; wiedergutmachen; gutmachen; einbringen; entgelten; sühnen; belohnen; honorieren)
recompensar; compensar; remunerar; resarcir de-
recompensar werkwoord
-
compensar werkwoord
-
remunerar werkwoord
-
resarcir de werkwoord
-
Vertaal Matrix voor abbüßen:
Computer vertaling door derden: