Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Zerstreutheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zerstreutheit (Duits) in het Spaans

Zerstreutheit:

Zerstreutheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zerstreutheit
    la distracción; el divertimiento; la diversión
  2. die Zerstreutheit (Abwesenheit; Geistesabwesenheit)
    la distracción; la ausencia; el despiste

Vertaal Matrix voor Zerstreutheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausencia Abwesenheit; Geistesabwesenheit; Zerstreutheit Abwesenheit; Abwesentheit; Defekt; Ermangelung; Fehler; Gebrechen; Mangel; Schulversaum; Schwäche; Versäumnis; Verzug
despiste Abwesenheit; Geistesabwesenheit; Zerstreutheit Gedankenlosigkeit; Unüberlegtheit
distracción Abwesenheit; Geistesabwesenheit; Zerstreutheit Ableitung; Ableitungsmanövre; Ablenkung; Amüsieren; Dösen; Entspannung; Gedankenlosigkeit; Lässigkeit; Spielzeit; Unachtsamkeit; Unaufmerksamkeit; Unkonzentriertheit; Unterhaltung; Unüberlegtheit; Vergnügen; Zerstreuung
diversión Zerstreutheit Attraktion; Ausgelassenheit; Eifer; Entspannung; Erfreulichkeit; Feudenruf; Flause; Freude; Freudenfest; Freudentaumel; Frohsinn; Fröhlichkeit; Gaudi; Gefallen; Genuß; Geselligkeit; Glückseligkeit; Heiterkeit; Hilarität; Hingabe; Jubel; Jux; Keckheid; Keckheit; Lebhaftigkeit; Leidenschaft; Lust; Lustigkeit; Munterkeit; Narrheit; Nummer; Passion; Scherz; Schäkerei; Seligkeit; Spaß; Spaßen; Spleen; Torheit; Trieb; Ulk; Unsinn; Unterhaltung; Vergnügen; Verrücktheit
divertimiento Zerstreutheit

Synoniemen voor "Zerstreutheit":