Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Zerstörung

Vertaal Zerstörung van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Zerstörung:
- destrucción; destrozo; devastación; ruinas; destrozos; romper
Wiktionary:
- Zerstörung → destrucción
- Zerstörung → destrucción, devastación, arrasamiento, asolamiento, estrago, exterminio, aniquilación

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zerstörung (Duits) in het Spaans

Zerstörung:

Zerstörung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Zerstörung (Verwüstung; Verheerung)
la destrucción; el destrozo; la devastación
- destrucción [la ~] zelfstandig naamwoord
- destrozo [el ~] zelfstandig naamwoord
- devastación [la ~] zelfstandig naamwoord
die Zerstörung (Verwüstung)
la ruinas; el destrozos
- ruinas [la ~] zelfstandig naamwoord
- destrozos [el ~] zelfstandig naamwoord
die Zerstörung
el romper
- romper [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zerstörung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
destrozo	Verheerung; Verwüstung; Zerstörung
destrozos	Verwüstung; Zerstörung	Chaos; Durcheinander; Gewirr; Mischmasch; Sammelsurium; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr
destrucción	Verheerung; Verwüstung; Zerstörung	Zermalmung; Zerschmetterung; Zertrümmerung
devastación	Verheerung; Verwüstung; Zerstörung
romper	Zerstörung	Abbruch; Abreißen; Abriß; Brüche; Demontage; Verschrottung; Zerreißen
ruinas	Verwüstung; Zerstörung	Baufälle; Chaos; Durcheinander; Gewirr; Ruine; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
romper		abbrechen; abreißen; abtragen; abwracken; anbrechen; aufbrechen; aufdröseln; aufknoten; aufknöpfen; auflösen; aufmachen; aufreißen; aufspringen; auseinanderfasern; ausfasern; ausfransen; ausfädeln; ausschalten; beenden; bersten; beschädigen; brechen; demolieren; den Hals umdrehen; einbrechen; einhauen; einschlagen; einstampfen; einwerfen; entbinden; entfesseln; entknoten; entkoppeln; enträtseln; entweihen; entwirren; entzwei gehen; entzwei reißen; erdrücken; erledigen; feinmachen; feinmahlen; fertigmachen; freilassen; in Stücke brechen; kaput machen; kaputt gehen; kaputtmachen; kaputtschlagen; knistern; liquidieren; losreißen; lösen; niederreißen; platzen; prasseln; ruinieren; sabotieren; scheiden; trennen; umstossen; unterbrechen; verderben; verheeren; vernichten; verreiben; verschrotten; verwüsten; vorsätzlich kaputtmachen; walzen; wegreißen; zehren; zerbrechen; zerfetzen; zerkleinern; zerlegen; zermahlen; zermalmen; zerquetschen; zerreißen; zerschlagen; zerschmeissen; zerschmettern; zerspringen; zerstören; zertrümmern

Synoniemen voor "Zerstörung":

Annihilation; Auslöschung; Destruktion; Devastation; Vernichtung; Verwüstung; Zunichtemachung
Entweihung; Verschandelung
Verfall; Zerfall
Abbruch; Abriss; Demolierung
Depletion; Entleerung; krankhafter Verbrauch

Wiktionary: Zerstörung

Zerstörung

noun

die Handlung, etwas zu zerstören (kaputt zu machen)
- Zerstörung → destrucción

Cross Translation:

From	To	Via
• Zerstörung	→ destrucción	↔ destruction — act of destroying
• Zerstörung	→ devastación; arrasamiento; asolamiento	↔ devastation — act of devastating or state of being devastated
• Zerstörung	→ estrago	↔ havoc — devastation
• Zerstörung	→ exterminio; destrucción	↔ vernietiging — einde maken aan het bestaan van iets
• Zerstörung	→ aniquilación	↔ annihilation — action d’annihiler.
• Zerstörung	→ destrucción	↔ destruction — action de détruire, au propre et au figuré.

Computer vertaling door derden: