Duits

Uitgebreide vertaling voor Zeitplan (Duits) in het Spaans

Zeitplan:

Zeitplan [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zeitplan
    el horario; el guía
    • horario [el ~] zelfstandig naamwoord
    • guía [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Zeitplan
    la programación
  3. der Zeitplan (Kursbuch; Fahrplan; Flugpläne; Fahrpläne; Flugplan)
    el horario; la guía de ferrocarril; la guía de horarios; el guía; la guía ferroviaria; la guía de ferrocarriles

Zeitplan

  1. Zeitplan
    Programar

Vertaal Matrix voor Zeitplan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guía Fahrplan; Fahrpläne; Flugplan; Flugpläne; Kursbuch; Zeitplan Ausbilder; Begleiterin; Doktorvater; Einschnitt; Falz; Fremdenführer; Fuge; Furche; Förderer; Führer; Führerin; Gebrauchsanweisung; Handbuch; Hauptmann; Lehrmeister; Leitfaden; Lotse; Nachschlagewerk; Nute; Promotor; Reisebuch; Reiseführer; Reiseleiter; Schlitz; Spalt; Wegweiser
guía de ferrocarril Fahrplan; Fahrpläne; Flugplan; Flugpläne; Kursbuch; Zeitplan
guía de ferrocarriles Fahrplan; Fahrpläne; Flugplan; Flugpläne; Kursbuch; Zeitplan
guía de horarios Fahrplan; Fahrpläne; Flugplan; Flugpläne; Kursbuch; Zeitplan
guía ferroviaria Fahrplan; Fahrpläne; Flugplan; Flugpläne; Kursbuch; Zeitplan
horario Fahrplan; Fahrpläne; Flugplan; Flugpläne; Kursbuch; Zeitplan Arbeitsordnung; Arbeitsplan; Dienstordnung; Dienstplan; Stundenplan; Stundenzeiger; Zeiteinteilung
programación Zeitplan Programmierung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Programar Zeitplan
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
guía Führungslinie

Synoniemen voor "Zeitplan":

  • Abfahrtsfahrplan; Abfahrtsplan; Fahrplan

Wiktionary: Zeitplan


Cross Translation:
FromToVia
Zeitplan horario; itinerario schedule — time-based plan of events
Zeitplan horario timetable — a structured schedule of events