Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wegbrechen (Duits) in het Spaans

Wegbrechen:

Wegbrechen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Wegbrechen (Abbrechen)
    el derribo; el desguace; el fraccionar; la demolición; el desmantelamiento

Vertaal Matrix voor Wegbrechen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
demolición Abbrechen; Wegbrechen Abbrechen; Abbruch; Abreißen; Abriß; Abtakelung; Demontage; Verschrottung
derribo Abbrechen; Wegbrechen Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage
desguace Abbrechen; Wegbrechen
desmantelamiento Abbrechen; Wegbrechen Abschirren; Abtakeln; Abtakelung
fraccionar Abbrechen; Wegbrechen Abbruch; Abreißen; Abriß; Demontage; Verschrottung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fraccionar anprangern; beanstanden; bemäkeln; bemängeln; heruntermachen; kritisieren