Weg in het Spaans vertaald uit het Duits

der Weg (Straße; Bahn; Strecke; Chaussee)
el vía; la carretera; la calzada; la pista; el carril; la órbita
- vía [el ~] zelfstandig naamwoord
- carretera [la ~] zelfstandig naamwoord
- calzada [la ~] zelfstandig naamwoord
- pista [la ~] zelfstandig naamwoord
- carril [el ~] zelfstandig naamwoord
- órbita [la ~] zelfstandig naamwoord
der Weg (Leinpfad; Treidelpfad; Treidelweg; Landstraße; Feldweg; Landweg)
el camino de sirga
- camino de sirga [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
calzada	Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg	Fahrbahn; Feldweg; Fußabdruck; Fußspur; Spur; Straßen; Strecke; Strecken; Teilstrecke; Wege
camino de sirga	Feldweg; Landstraße; Landweg; Leinpfad; Treidelpfad; Treidelweg; Weg
carretera	Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg	Autobahn; Autostraße; Chaussee; Feldweg; Fernstraße; Hauptstraße; Hauptverkehrsstraße; Schnellstraße; Straße; Strecke; Teilstrecke; Verkehrsstraße; Vorfahrtsstraße
carril	Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg	Fahrbahn; Karrenspur
pista	Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg	Audiotitel; Piste; Radrennbahn; Rennbahn; Straße; Titel
vía	Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg	Bahn; Bahngleis; Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Fingerzeig; Gleis; Hinweis; Indiz; Rangiergleis; Schienenweg; Spur; Straße; Straßenabschnitt; Tip; Verkehrsstreifen; Verweisung; Wink
órbita	Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg	Augenhöhle; Bahn; Orbit

Pfad; Steg; Steig; Trampelpfad
Bahn; Fahrbahn; Gasse; Straße
Kurs; Marschroute; Reiseplan; Reiseroute; Reiseweg; Richtung; Route; Strecke; Wegstrecke

Weg

noun

aktiver Gang, Unterwegssein
- Weg → camino
etwas Verbindendes; Strecke
- Weg → camino
einfache, oft geringer befestigen aber auch unbefestigte, als allgemeiner Weg nicht klassifizierte Verkehrslinie zum Begehen oder Befahren
- Weg → camino
bestimmte, zum Erreichen des Zieles einzuschlagende einzelne oder auch wechselnde Richtung
- Weg → camino

Cross Translation:

From	To	Via
• Weg	→ carretera; ruta	↔ weg — een smalle strook grond voor het verkeer
• Weg	→ camino; calle; ruta	↔ road — a way for travel
• Weg	→ ruta	↔ route — course or way traveled
• Weg	→ trecho; trayecto	↔ walk — distance walked
• Weg	→ camino; vía	↔ way — wide path
• Weg	→ ruta	↔ itinéraire — chemin à suivre pour aller d’un lieu à un autre.
• Weg	→ manera; modo; maneras	↔ manière — façon dont une chose se produire.

Vertaal Weg van Duits naar Spaans