Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Versager:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Versager (Duits) in het Spaans

Versager:

Versager [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Versager
    el fracaso
    • fracaso [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Versager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fracaso Versager Bock; Bruch; Depression; Dummheit; Einbruch; Einsturz; Enormität; Falschheit; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Fiasko; Irrtum; Knacks; Mangel; Mißerfolg; Mißgriff; Mißlingen; Reinfall; Scheitern; Schlaffheit; Schlappheit; Schnitzer; Schwäche; Stockung; Unbehagen; Verfehlung; Verirrung; Versehen; Verstoß; Zusammenbruch; Zusammensturz

Synoniemen voor "Versager":


Wiktionary: Versager

Versager
noun
  1. Bezeichnung für eine Person, die vermeintlich nichts in ihrem Leben erreicht hat

Cross Translation:
FromToVia
Versager fracasado failure — object or person incapable of success
Versager perdedor; fracasado loser — someone with bad luck or poor skills who consistently loses