Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Tracht:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tracht (Duits) in het Spaans

Tracht:

Tracht [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Tracht (folkloristisches Kostüm; Kleidertracht; Trachtenkleidung)
    el traje folclórico; el traje regional; el vestido; el ropaje; la ropa; el traje; el vestidos; el uniforme

Vertaal Matrix voor Tracht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ropa Kleidertracht; Tracht; Trachtenkleidung; folkloristisches Kostüm Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Garderobe; Girlande; Kleider; Kleiderablage; Kleiderbestand; Kleiderschrank; Kleidung; Verzierung; Wäsche; Zeug; Zierde
ropaje Kleidertracht; Tracht; Trachtenkleidung; folkloristisches Kostüm Aufmachung; Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Kleider; Kleidung; Zeug
traje Kleidertracht; Tracht; Trachtenkleidung; folkloristisches Kostüm Anzug; Aufmachung; Dichtung; Horde; Kleid; Kleidung; Kostüm; Kram; Mischmasch; Plunder; Rucksack; Sakkoanzug; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Smoking; Zusammengeraffte
traje folclórico Kleidertracht; Tracht; Trachtenkleidung; folkloristisches Kostüm
traje regional Kleidertracht; Tracht; Trachtenkleidung; folkloristisches Kostüm Aufmachung; Kleidung
uniforme Kleidertracht; Tracht; Trachtenkleidung; folkloristisches Kostüm Anzug; Kleid; Kostüm; Smoking; Uniform
vestido Kleidertracht; Tracht; Trachtenkleidung; folkloristisches Kostüm Aufmachung; Decke; Kleid; Kleidung; Teppich
vestidos Kleidertracht; Tracht; Trachtenkleidung; folkloristisches Kostüm Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Girlande; Kleider; Kleidung; Schnüre; Verzierung; Zierde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uniforme beständig; dasselbe; derselbe; dieselbe; einander entsprechend; einander gleich; einförmig; einheitlich; gleich; gleichartig; gleichbleibend; gleichförmig; gleichwertig; identisch; uniform; unverändert
vestido angetan; angezogen; elegant; gekleidet; gepflegt; hübsch; korrekt; piekfein; schick

Wiktionary: Tracht

Tracht
noun
  1. Bekleidung einer bestimmten Personengruppe

Cross Translation:
FromToVia
Tracht atavío; galas array — clothing/ornamentation
Tracht atavío; atuendo attire — one's dress or clothes
Tracht traje costume — dress of a particular country, period or people