Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Türschlüssel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Türschlüssel (Duits) in het Spaans

Türschlüssel:

Türschlüssel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Türschlüssel (Schlüssel)
    la llave; la clave
    • llave [la ~] zelfstandig naamwoord
    • clave [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Türschlüssel (Haustürschlüssel; Hausschlüssel)
    la llave de la casa

Vertaal Matrix voor Türschlüssel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clave Schlüssel; Türschlüssel Klavier; Kodieren; Piano; Pointe
llave Schlüssel; Türschlüssel Akkolade; Dongle; Drücker; Haltegriff; Knopf; Umschalter
llave de la casa Hausschlüssel; Haustürschlüssel; Türschlüssel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
clave Schlüssel; Taste