Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Strich (Duits) in het Spaans

Strich:

Strich [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Strich (Linie)
    la línea; la raya
    • línea [la ~] zelfstandig naamwoord
    • raya [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Strich (Linie)
    el límite
    • límite [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Strich (Kratzer; Schnörkel; Zug; Einschnitt; Federstrich)
    la raya; la línea; el arañazo; el trazo
    • raya [la ~] zelfstandig naamwoord
    • línea [la ~] zelfstandig naamwoord
    • arañazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • trazo [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Strich (Anfangsstrich; Linie)
    la línea inicial
  5. der Strich (Pinselstrich)
    el trazo; la pincelada; trazo de pincel

Vertaal Matrix voor Strich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arañazo Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Schnörkel; Strich; Zug Kratzer; Schramme
límite Linie; Strich Bandbreiteneinschränkung; Begrenzung; Beschränkung; Einschränkung; Grenze; Grenzwert; Kontur; Limit; Netzwerk-Bandbreiteneinschränkung; Umriß; Äußerste
línea Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Linie; Schnörkel; Strich; Zug Abnehmen; Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Ende; Falte; Gemeinschaft; Gerade; Gesichtsfalte; Kette; Kräuselung; Leine; Leitung; Linie; Reihe; Schlange; Schnur; Schreiblinie; Serie; Strichelchen; Strichlein; Verband; Verbindung; Zeile; Zusammenhang; kleine Linie
línea inicial Anfangsstrich; Linie; Strich
pincelada Pinselstrich; Strich Keckheit; Kleinigkeit; Pinselstrich; Präsent; Scherz; Spaß; Späßchen; Streich; Ulk; Witz
raya Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Linie; Schnörkel; Strich; Zug Abnehmen; Absonderung; Abtrennung; Anteil; Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bande; Binde; Bindung; Bund; Decke; Diele; Drahtgitter; Druck; Einzäunung; Ende; Falte; Gatter; Gerade; Gesichtsfalte; Gitter; Gitterzaun; Haarbänder; Haarschleife; Kette; Kordel; Kräuselung; Lautstärke; Leine; Leitung; Linie; Reihe; Riegel; Rochen; Roggen; Schlange; Schleife; Schnur; Schokolade; Schokoladenriegel; Serie; Spalte; Spannung; Trennung; Umzäunung; Vergitterung; Zaun; Zeile; Zwischenmauer
trazo Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Pinselstrich; Schnörkel; Strich; Zug Abnehmen; Ende; Falte; Gerade; Gesichtsfalte; Kräuselung; Leine; Leitung; Schnur; Spur; Zeile
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
trazo de pincel Pinselstrich; Strich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
límite maximal

Synoniemen voor "Strich":


Wiktionary: Strich

Strich
noun
  1. ein Satzzeichen, das aus einer geraden Linie besteht
  2. eine in der Regel von einem Schreibgerät gezogene meist kurze unregelmäßige Linie

Cross Translation:
FromToVia
Strich linea; raya streep — een min of meer rechte getrokken lijn of lijnstuk
Strich trazo stroke — line drawn with a pen or pencil
Strich pincelada stroke — streak made with a brush
Strich línea ligne — Traductions à trier suivant le sens
Strich raya; estría; banda; tira; lista; veta raieligne tracer sur une surface.

Verwante vertalingen van Strich