Stolz in het Spaans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Stolz:
- orgullo; amor propio; honor; sentimiento de honor; gloria; honra; pundonor; altivez; altanería; presunción; arrogancia; pijería; soberbia; grandeza; impresionabilidad
Wiktionary:
- Stolz → orgullo
- Stolz → orgullo

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stolz (Duits) in het Spaans

Stolz:

Stolz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Stolz (Ehrgefühl; Ehre)
el orgullo; el amor propio; el honor; el sentimiento de honor; el gloria; la honra; el pundonor
- orgullo [el ~] zelfstandig naamwoord
- amor propio [el ~] zelfstandig naamwoord
- honor [el ~] zelfstandig naamwoord
- sentimiento de honor [el ~] zelfstandig naamwoord
- gloria [el ~] zelfstandig naamwoord
- honra [la ~] zelfstandig naamwoord
- pundonor [el ~] zelfstandig naamwoord
der Stolz
el orgullo; la altivez; la altanería
- orgullo [el ~] zelfstandig naamwoord
- altivez [la ~] zelfstandig naamwoord
- altanería [la ~] zelfstandig naamwoord
der Stolz (Hochmut)
el orgullo; la presunción; la arrogancia; la altanería; la pijería; la soberbia; la altivez
- orgullo [el ~] zelfstandig naamwoord
- presunción [la ~] zelfstandig naamwoord
- arrogancia [la ~] zelfstandig naamwoord
- altanería [la ~] zelfstandig naamwoord
- pijería [la ~] zelfstandig naamwoord
- soberbia [la ~] zelfstandig naamwoord
- altivez [la ~] zelfstandig naamwoord
der Stolz (Großartigkeit; Pracht; Herrlichkeit; Stattlichkeit)
la grandeza; la impresionabilidad
- grandeza [la ~] zelfstandig naamwoord
- impresionabilidad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stolz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
altanería	Hochmut; Stolz	Anmaßung; Arroganz; Eigenbildung; Eitelkeit; Geschwollenheit; Hochmut; Prätension; Selbstgefälligkeit
altivez	Hochmut; Stolz	Arroganz; Eitelkeit; Geschwollenheit; Hochmut; Selbstgefälligkeit
amor propio	Ehre; Ehrgefühl; Stolz	Eigenwert; Selbstachtung; Selbstwert
arrogancia	Hochmut; Stolz	Anmassung; Anmaßung; Arroganz; Eitelkeit; Erhabenheit; Geschwollenheit; Hochmut; Hochmütigkeit; Hoffart; Prätension; Selbstgefälligkeit; Überheblichkeit
gloria	Ehre; Ehrgefühl; Stolz	Ehre; Ehrengabe; Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Glorie; Glück; Glückseligkeit; Großartigkeit; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Huldigung; Köstlichkeit; Pracht; Prunk; Ruhm; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit; Vortrefflichkeit; Wonne
grandeza	Großartigkeit; Herrlichkeit; Pracht; Stattlichkeit; Stolz	Fülle; Glanz; Großzügigkeit; Herrlichkeit; Luxus; Pracht; Prunk; Reichtum; Stattlichkeit; Wollust; Wonne; Überfluß; Üppigkeit
honor	Ehre; Ehrgefühl; Stolz	Ehre; Ehrengabe; Honneurs; Huldigung
honra	Ehre; Ehrgefühl; Stolz
impresionabilidad	Großartigkeit; Herrlichkeit; Pracht; Stattlichkeit; Stolz	Empfindlichkeit; Wehleidigkeit; Weichlichkeit; Zimperlichkeit
orgullo	Ehre; Ehrgefühl; Hochmut; Stolz	Arroganz; Hochmütigkeit
pijería	Hochmut; Stolz	Geckenhaftigkeit; Geckerei; Prahlerei; Prunk
presunción	Hochmut; Stolz	Ahnung; Angeberei; Annahme; Annehmen; Arroganz; Aufschneiderei; Behauptung; Egoismus; Eigendünkel; Eingebung; Eitelkeit; Geckenhaftigkeit; Geckerei; Geschwollenheit; Glaube; Großtuer; Großtuerei; Hochmut; Postulat; Prahlerei; Prunk; Selbstgefälligkeit; These; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung; Vorgefühl; Wichtigtuerei; Windmacherei
pundonor	Ehre; Ehrgefühl; Stolz
sentimiento de honor	Ehre; Ehrgefühl; Stolz
soberbia	Hochmut; Stolz	Arroganz; Geckenhaftigkeit; Geckerei; Hochmütigkeit; Prahlerei; Prunk
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
orgullo		anmaßend; aufgebläht; grandios; großartig; großzügig; gönnerhaft; hervorragend; ruhmreich; selbstgefällig; stattlich; stolz; trotzig