Starrheit in het Spaans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Starrheit:
- inflexibilidad; tenacidad; torpeza; intransigencia; tirantez; entumecimiento; rigidez; dureza; punibilidad

Duits

Uitgebreide vertaling voor Starrheit (Duits) in het Spaans

Starrheit:

Starrheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Starrheit (Störrigkeit; Steifheit; Starre; Härte; Schwierigkeit; Steife; Starrsinn)
la inflexibilidad
- inflexibilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
die Starrheit (Hölzernheit; Erstarrung; Starrsinn; Steifheit; Störrigkeit)
la tenacidad; la torpeza; la intransigencia; la tirantez; el entumecimiento; la inflexibilidad
- tenacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- torpeza [la ~] zelfstandig naamwoord
- intransigencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- tirantez [la ~] zelfstandig naamwoord
- entumecimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- inflexibilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
die Starrheit (Steifheit; Starre; Steife; Starrsinn)
la tenacidad; la rigidez; la dureza; la torpeza; la intransigencia; la tirantez; el entumecimiento; la inflexibilidad; la punibilidad
- tenacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- rigidez [la ~] zelfstandig naamwoord
- dureza [la ~] zelfstandig naamwoord
- torpeza [la ~] zelfstandig naamwoord
- intransigencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- tirantez [la ~] zelfstandig naamwoord
- entumecimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- inflexibilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- punibilidad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Starrheit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dureza	Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit	Abgehärtetheit; Ausdauer; Derbheit; Grobheit; Heldentat; Hornhaut; Hornhäute; Härte; Kühnheit; Rauheit; Roheit; Rüstigkeit; Schneidigkeit; Schwarte; Schwiele; Stattlichkeit; Strenge; Stämmigkeit; Tapferkeit; Tüchtigkeit; Unerbittlichkeit; Verstocktheit; Verwegenheit
entumecimiento	Erstarrung; Hölzernheit; Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Störrigkeit	Erstarrung; Versteifung
inflexibilidad	Erstarrung; Härte; Hölzernheit; Schwierigkeit; Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Störrigkeit	Hartnäckigkeit; Starrköpfigkeit; Störrigkeit; Unbeugsamkeit
intransigencia	Erstarrung; Hölzernheit; Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Störrigkeit	Starrköpfigkeit; Störrigkeit; Unbeugsamkeit
punibilidad	Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit	Strenge; Unerbittlichkeit
rigidez	Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit	Beschränktheit; Borniertheit; Engstirnigkeit; Kleinlichkeit; Kleinmütigkeit; Spießbürgerlichkeit; Starrköpfigkeit; Strenge; Störrigkeit; Unbeugsamkeit; Unerbittlichkeit
tenacidad	Erstarrung; Hölzernheit; Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Störrigkeit	Ausdauer; Beharrlichkeit; Beharrung; Beständigkeit; Solidität; Standhaftigkeit; Standhalten; Stetigkeit; Störrigkeit; Tüchtigkeit; Verbissenheit; Zugfestigkeit; Zähigkeit
tirantez	Erstarrung; Hölzernheit; Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Störrigkeit	Anspannung; Begehren; Begierde; Spannung; Stärke; Stärkemehl; Störrigkeit; Verlangen
torpeza	Erstarrung; Hölzernheit; Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Störrigkeit	Derbheit; Gepfusche; Gestümper; Pfusch; Pfuscharbeit; Pfuscherei; Pfuschwerk; Stümperei; Unbeholfenheit; Ungeschicklichkeit; Ungeschicktheit; Ungeschliffenheit; Ungezogenheit; Unhöflichkeit; tüftelige Arbeit

Synoniemen voor "Starrheit":

Rigidität; Steifheit

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Starrheit van Duits naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor Starrheit (Duits) in het Spaans

Starrheit:

Starrheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Starrheit (Störrigkeit; Steifheit; Starre; Härte; Schwierigkeit; Steife; Starrsinn)

die Starrheit (Hölzernheit; Erstarrung; Starrsinn; Steifheit; Störrigkeit)

die Starrheit (Steifheit; Starre; Steife; Starrsinn)

Vertaal Matrix voor Starrheit:

Synoniemen voor "Starrheit":