Sproß in het Spaans vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Sproß:
- retoño; brote; vástago; brotes; retoños; descendencia; descendiente; ramito; ramita

Duits

Uitgebreide vertaling voor Sproß (Duits) in het Spaans

der Sproß
el retoño; el brote
- retoño [el ~] zelfstandig naamwoord
- brote [el ~] zelfstandig naamwoord
der Sproß (Schößling; Sprößling; Trieb)
el brote; el vástago
- brote [el ~] zelfstandig naamwoord
- vástago [el ~] zelfstandig naamwoord
der Sproß (Ranke; Trieb; Ausläufer)
el brotes; el retoños
- brotes [el ~] zelfstandig naamwoord
- retoños [el ~] zelfstandig naamwoord
der Sproß (Nachkommenschaft; Abkomme; Sprößling; Nachkommen; Abkömmling; Kinder; Erbe; Zweig; Geschlecht)
la descendencia; el descendiente; el ramito; la ramita
- descendencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- descendiente [el ~] zelfstandig naamwoord
- ramito [el ~] zelfstandig naamwoord
- ramita [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brote	Schößling; Sproß; Sprößling; Trieb	Aufwallen; Schuß; Sprößling; Trieb
brotes	Ausläufer; Ranke; Sproß; Trieb
descendencia	Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig	Abstammung; Herkunft; Nachkommen; Nachkommenschaft; Nachwelt
descendiente	Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig	Nachfolger; Nachfolgerelement
ramita	Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig
ramito	Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig
retoño	Sproß
retoños	Ausläufer; Ranke; Sproß; Trieb
vástago	Schößling; Sproß; Sprößling; Trieb	Penis; Pimmel; Rute; Schwanz