Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Sinken:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sinken (Duits) in het Spaans

Sinken:

Sinken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Sinken (Abnahme; Fallen; Rückgang; Senkung; Schrumpfung)
    la disminución
  2. Sinken (stark im Wert fallen; Abrutschen; Einsinken; Zurückfallen)
    el irse a pique; el hundirse

Vertaal Matrix voor Sinken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disminución Abnahme; Fallen; Rückgang; Schrumpfung; Senkung; Sinken Abgang; Abnahme; Abschwächung; Abzug; Degradation; Degradierung; Demütigung; Einlaufen; Ermäßigung; Herabsetzung; Lagerabgang; Preisnachlaß; Rangerniedrigung; Reduktion; Reduzierung; Rückgang; Schrumpfen; Schrumpfung; Verkleinerung; Verminderung; Verringerung; weniger werden
hundirse Abrutschen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen; stark im Wert fallen Wegsacken
irse a pique Abrutschen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen; stark im Wert fallen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hundirse abbrechen; abfüllen; abknacken; abkühlen; abnehmen; abrutschen; aufbrauchen; aufzehren; aus Zink; ausbeuteln; ausgeben; aushalten; ausharren; bestehen; brechen; dulden; durchbiegen; durchfallen; durchhalten; durchmachen; durchrasseln; durchzechen; einbrechen; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einsinken; einstürzen; erdulden; erfahren; erkalten; erleben; erleiden; ertragen; fallen; fühlen; galvanisieren; herabsacken; herabstürzen; herunterrutschen; herunterstürzen; hinunterstürzen; knacken; knicken; kühlen; kühler werden; leiden; rücklaufen; sausen; segeln; senken; setzen; sich abkühlen; sich beruhigen; sich fassen; sickern; sinken; standhalten; stehlen; tragen; untergehen; verbrauchen; verdauen; verfallen; vergehen; verkommen; versenken; versinken; vertragen; verzehren; verzinken; zehren; zerbrechen; zinken; zusammenbrechen; zusammensinken; überdauern; überlaufen; überstehen
irse a pique abfüllen; abrutschen; einbrechen; einsacken; einsinken; einstürzen; fallen; glitschen; schrumpfen; versinken; zurückgehen

Synoniemen voor "Sinken":


Verwante vertalingen van Sinken