Schwankung in het Spaans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Schwankung:
- duelo; falta de resolución; lucha interior; batalla; torneo; desafío; combate singular; fluctuación; oscilación; movimiento de un lado a otro; movimiento oscilatorio; balanceo; bandazo; pega; dificultad; vacilación; tropiezo; inhibición; inestabilidad; variabilidad
Wiktionary:
- Schwankung → fluctuación, oscilación

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schwankung (Duits) in het Spaans

Schwankung:

Schwankung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schwankung (Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Mensur)
el duelo; la falta de resolución; la lucha interior; la batalla; el torneo; el desafío; el combate singular
- duelo [el ~] zelfstandig naamwoord
- falta de resolución [la ~] zelfstandig naamwoord
- lucha interior [la ~] zelfstandig naamwoord
- batalla [la ~] zelfstandig naamwoord
- torneo [el ~] zelfstandig naamwoord
- desafío [el ~] zelfstandig naamwoord
- combate singular [el ~] zelfstandig naamwoord
die Schwankung
la fluctuación; la oscilación
- fluctuación [la ~] zelfstandig naamwoord
- oscilación [la ~] zelfstandig naamwoord
die Schwankung
el movimiento de un lado a otro
- movimiento de un lado a otro [el ~] zelfstandig naamwoord
die Schwankung (schleudernde Bewegung; Schwung)
el movimiento oscilatorio; el balanceo; la oscilación; el bandazo
- movimiento oscilatorio [el ~] zelfstandig naamwoord
- balanceo [el ~] zelfstandig naamwoord
- oscilación [la ~] zelfstandig naamwoord
- bandazo [el ~] zelfstandig naamwoord
die Schwankung (Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern; Unentschlossenheit)
la pega; la dificultad; la vacilación; el tropiezo; la falta de resolución
- pega [la ~] zelfstandig naamwoord
- dificultad [la ~] zelfstandig naamwoord
- vacilación [la ~] zelfstandig naamwoord
- tropiezo [el ~] zelfstandig naamwoord
- falta de resolución [la ~] zelfstandig naamwoord
die Schwankung (Unentschlossenheit; Zweifel; Zögern; Unschlüssigkeit)
la vacilación; la inhibición; la falta de resolución
- vacilación [la ~] zelfstandig naamwoord
- inhibición [la ~] zelfstandig naamwoord
- falta de resolución [la ~] zelfstandig naamwoord
die Schwankung (Unbeständigkeit; Vergänglichkeit; Veränderlichkeit)
la inestabilidad; la variabilidad
- inestabilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- variabilidad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schwankung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
balanceo	Schwankung; Schwung; schleudernde Bewegung	Dünung; Geschlinger; Oszillation; Seegang; Sintflut; Treiben; Tumult; Wellengang; Wellenschlag
bandazo	Schwankung; Schwung; schleudernde Bewegung	Schlagseite
batalla	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit	Auseinandersetzung; Balgerei; Fehde; Gefecht; Handgemenge; Hieb; Kampf; Keilerei; Klaps; Konflikt; Krach; Krieg; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlag; Schlägerei; Streit; Streitigkeit; Twist; Wettkampf; Zank; leichter Schlag
combate singular	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit
desafío	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit	Duell; Herausforderung; Zweikampf
dificultad	Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern	Chagrin; Durcheinander; Elend; Gezänk; Gram; Griesgram; Grübelei; Last; Lästigkeit; Mühe; Mühsal; Plackerei; Problem; Schererei; Scherereien; Scherrerei; Schwierigkeit; Stümperei; Trauer; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Verdrießlichkeit
duelo	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit	Bekümmernis; Duell; Gram; Griesgram; Kummer; Leid; Mühe; Pein; Schererei; Scherereien; Schmerz; Trauer; Trübsal; Unannehmlichkeit; Verdrießlichkeit; Verdruß; Zweikampf; Ärger; Ärgernis
falta de resolución	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern
fluctuación	Schwankung	Geschlinger; Kursschwankung
inestabilidad	Schwankung; Unbeständigkeit; Vergänglichkeit; Veränderlichkeit	Ungewißheit; Unsicherheit
inhibición	Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern	Hemmung
lucha interior	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit
movimiento de un lado a otro	Schwankung
movimiento oscilatorio	Schwankung; Schwung; schleudernde Bewegung
oscilación	Schwankung; Schwung; schleudernde Bewegung	Geschlinger; Oszillation; schwingende Bewegung
pega	Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern
torneo	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit	Ritterkampfspiel
tropiezo	Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern	Ausrutschen; Ausrutscher; Durcheinander; Fehler begehen; Gezänk; Scherrerei; Schnitzer unterlaufen
vacilación	Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern	Gezauder; Zauderei
variabilidad	Schwankung; Unbeständigkeit; Vergänglichkeit; Veränderlichkeit	Variabilität; Veränderlichkeit; Wandelbarkeit
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
balanceo		schwankend; wackelig; wippelig

Synoniemen voor "Schwankung":

Abweichung; Fluktuation; Turbulenz; Unstetigkeit; Volatilität; Begebenheit; Ereignis; Geschehnis; Vorfall; Vorgang; Vorkommnis

Wiktionary: Schwankung

Cross Translation:

From	To	Via
• Schwankung	→ fluctuación	↔ fluctuation — wavering; unsteadiness
• Schwankung	→ fluctuación	↔ fluctuation — wavelike motion
• Schwankung	→ fluctuación	↔ fluctuation — variation, défaut de fixité, de permanence.
• Schwankung	→ oscilación	↔ oscillation — mouvement de balancier

Remove Ads

Vertaal Schwankung van Duits naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor Schwankung (Duits) in het Spaans

Schwankung:

Schwankung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schwankung (Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Mensur)

die Schwankung

die Schwankung

die Schwankung (schleudernde Bewegung; Schwung)

die Schwankung (Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern; Unentschlossenheit)

die Schwankung (Unentschlossenheit; Zweifel; Zögern; Unschlüssigkeit)

die Schwankung (Unbeständigkeit; Vergänglichkeit; Veränderlichkeit)

Vertaal Matrix voor Schwankung:

Synoniemen voor "Schwankung":

Wiktionary: Schwankung