Duits

Uitgebreide vertaling voor Schreien (Duits) in het Spaans

Schreien:

Schreien [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schreien
    el chillidos; el gritos; el aullidos; el alaridos

Schreien [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schreien (Gebrüll; Gekreisch; Kreischen; )
    el vocerío; la gritería; el alboroto; la rabieta; el gritos; el estruendo; el chillidos
  2. Schreien (Rufen; Ruf; Schrei)
    la llamada; la convocatoria; el llamamiento; la convocación
  3. Schreien (Zetergeschrei; Gepolter; Gebrüll; )
    el grito; el estampido; el gemido; el aullido; el rugido; el alarido; el bramido; el chillido; el berrido; la vocería
    • grito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • estampido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gemido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aullido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rugido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • alarido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bramido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • chillido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • berrido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vocería [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. Schreien (Lockruf; Ruf; Schrei; )
    el silbato de reclamo; la llamada; el reclamo

Vertaal Matrix voor Schreien:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarido Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei Ausruf; Flehen; Gebell; Gebrüll; Gegröle; Geheul; Geheule; Gejammer; Geklage; Gepolter; Geschrei; Getobe; Getöse; Gewimmer; Gewinsel; Gezeter; Geächze; Jammern; Ruf; Schrei; Stöhnen; Windgetöse; Windheulen
alaridos Schreien Gebrüll; Gegröle; Gekreisch; Geschrei; Gezeter
alboroto Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Andrang; Auflauf; Auflehnung; Aufregung; Aufruhr; Aufstand; Beschäftigung; Betrieb; Betriebsamkeit; Durcheinander; Dünung; Empörung; Emsigkeit; Erhebung; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geheul; Geräusch; Geschrei; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Gezänk; Klamauk; Krach; Krawall; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Lärm; Ordnungswidrigkeit; Radau; Rebellion; Regsamkeit; Ruhestörung; Rummel; Scherrerei; Schlägerei; Seegang; Sensation; Sintflut; Spektakel; Tamtam; Trara; Treiben; Trubel; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Wellengang; Wellenschlag; Widerstand; Zulauf; häusliche Ruhestörung; reges Leben; starkeVerkehr
aullido Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei Bellen; Gebell; Gebrüll; Geheul; Geheule; Gekläffe; Gepolter; Getobe; Getöse; Geweine; Jammern; Schluchzen; Weinen; Windgetöse; Windheulen
aullidos Schreien
berrido Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen
bramido Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen
chillido Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei Ausruf; Gepfeife; Gepiepe; Getschilp; Ruf; Schrei
chillidos Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Gebrüll; Gegröle; Gekreisch; Geschrei; Gezeter; Kreischen
convocación Ruf; Rufen; Schrei; Schreien Aufruf; Einberufung; Ruf; Stimme; Zusammenrufung
convocatoria Ruf; Rufen; Schrei; Schreien Aufforderung; Aufruf; Ausrufen; Ruf; Stimme
estampido Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei Ausbruch; Ausladung; Explosion; plötzlliche Enladung
estruendo Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Abstürzen; Andrang; Aufruhr; Ausbruch; Ausladung; Betrieb; Explosion; Gebrüll; Gedröhne; Geheule; Gepolter; Geräusch; Getobe; Getöse; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trara; Trubel; Tumult; Umtrieb; Windgetöse; Windheulen; plötzlliche Enladung; starkeVerkehr
gemido Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei Flehen; Gebell; Geheul; Gejammer; Geklage; Geweine; Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Gier; Jammer; Jammern; Schluchzen; Stöhnen; Sucht; Weinen; Ächzen
gritería Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Johlen
grito Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei Ausruf; Echo; Hall; Kampfruf; Kriegsruf; Resonanz; Ruf; Schall; Schrei; Widerhall
gritos Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Gebrüll; Gegröle; Gekreisch; Geschrei; Gezeter; Kreischen
llamada Lockpfeife; Lockruf; Lockton; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien Anruf; Anrufen; Apell; Ehre; Klopfen; Lockpfeife; Name; Positionierung; Referenz; Reputation; Ruf; Schrei; Stimme; Telefonat; Telefongespräch; Telefoon; Verweisung; Überweisung
llamamiento Ruf; Rufen; Schrei; Schreien Aufforderung; Aufruf; Ausrufen; Ruf; Stimme
rabieta Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen
reclamo Lockpfeife; Lockruf; Lockton; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien Aas; Geschleppe; Lockmittel
rugido Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei Gebrüll; Geheule; Gepolter; Getobe; Getöse; Windgetöse; Windheulen
silbato de reclamo Lockpfeife; Lockruf; Lockton; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien
vocería Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei
vocerío Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei

Wiktionary: Schreien


Cross Translation:
FromToVia
Schreien aullido; alarido hurlement — Action de hurler.

Verwante vertalingen van Schreien