Duits
Uitgebreide vertaling voor Schnack (Duits) in het Spaans
Schnack:
-
der Schnack (Zwischenmahlzeit; Biß; Bissen)
Vertaal Matrix voor Schnack:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bocado | Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit | Bissen; Happen; Mundvoll |
tapa | Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit | Augenlid; Deckel; Verschlusskappe |
tentempié | Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit | Imbiß; Leckerbissen; Leckerei; schnelleNummer |
Synoniemen voor "Schnack":
Computer vertaling door derden: