Schmutzigkeit in het Spaans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Schmutzigkeit:
- suciedad; porquería; mugre; obscenidad; polución; asquerosidad; indecencia; guarrerías; guarrada; desaseo; cochambre; escabrosidad; guarro; porquerías; obscenidades

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schmutzigkeit (Duits) in het Spaans

Schmutzigkeit:

Schmutzigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schmutzigkeit (Schmierigkeit; Schmutz; Dreck; Schlüpfrigkeit; Fettigkeit)
la suciedad; la porquería; el mugre; la obscenidad
- suciedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- porquería [la ~] zelfstandig naamwoord
- mugre [el ~] zelfstandig naamwoord
- obscenidad [la ~] zelfstandig naamwoord
die Schmutzigkeit (Beschmutzung; Schmutz; Dreck)
la polución; la asquerosidad; la indecencia
- polución [la ~] zelfstandig naamwoord
- asquerosidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- indecencia [la ~] zelfstandig naamwoord
die Schmutzigkeit (Schmutz; Sauerei; Schweinerei; Dreckigkeit)
la suciedad; la porquería; la guarrerías; la guarrada; la asquerosidad; el desaseo
- suciedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- porquería [la ~] zelfstandig naamwoord
- guarrerías [la ~] zelfstandig naamwoord
- guarrada [la ~] zelfstandig naamwoord
- asquerosidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- desaseo [el ~] zelfstandig naamwoord
die Schmutzigkeit (Sauerei; Dreck; Schweinerei)
la porquería; la guarrerías; la asquerosidad
- porquería [la ~] zelfstandig naamwoord
- guarrerías [la ~] zelfstandig naamwoord
- asquerosidad [la ~] zelfstandig naamwoord
die Schmutzigkeit (Dreck; Schmutz; Unsauberkeit)
la porquería; la suciedad; la mugre; la cochambre
- porquería [la ~] zelfstandig naamwoord
- suciedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- mugre [la ~] zelfstandig naamwoord
- cochambre [la ~] zelfstandig naamwoord
die Schmutzigkeit (Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Unfläterei; Schweinigelei)
la escabrosidad; el guarro; la suciedad; la guarrada; la porquerías; la asquerosidad; la indecencia; la obscenidad; la guarrerías; la obscenidades
- escabrosidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- guarro [el ~] zelfstandig naamwoord
- suciedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- guarrada [la ~] zelfstandig naamwoord
- porquerías [la ~] zelfstandig naamwoord
- asquerosidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- indecencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- obscenidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- guarrerías [la ~] zelfstandig naamwoord
- obscenidades [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schmutzigkeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
asquerosidad	Beschmutzung; Dreck; Dreckigkeit; Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei; Schweinigelei; Unfläterei	Abstößlichkeit; Ekelhaftigkeit; Widerwärtigkeit
cochambre	Dreck; Schmutz; Schmutzigkeit; Unsauberkeit
desaseo	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
escabrosidad	Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei
guarrada	Dreckigkeit; Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei; Schweinigelei; Unfläterei	Gaunerstreich; Gemeinheit; Grübelei; Hinterlistigkeit; Mühe; Mühsal; Niederträchtigkeit; Plackerei; Schurkenstreich; Schurkerei; Schweinerei
guarrerías	Dreck; Dreckigkeit; Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei; Schweinigelei; Unfläterei
guarro	Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei	Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Ferkel; Sau; Schmierfink; Schmierkanis; Schmutzfink; Schwein; Schweinchen; Schweinigel
indecencia	Beschmutzung; Dreck; Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei	Frechheit; Grobheit; Impertinenz; Indiskretion; Obszönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schäbigkeit; Unanständigkeit; Ungebührlichkeit; Ungehörigkeit; Ungezogenheit; Unkeuschheit; Unschicklichkeit; Unsittlichkeit; Unverschämtheit
mugre	Dreck; Fettigkeit; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Unsauberkeit
obscenidad	Dreck; Fettigkeit; Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei	Obszönität; Schlüpfrigkeit; Schäbigkeit
obscenidades	Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei	schmutzige Wörter
polución	Beschmutzung; Dreck; Schmutz; Schmutzigkeit	Beschmutzung; Umweltverschmutzung; Umweltverunreinigung
porquería	Dreck; Dreckigkeit; Fettigkeit; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei; Unsauberkeit	Chaos; Durcheinander; Geschmier; Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Kram; Krempel; Pfusch; Pfuscharbeit; Pfuscherei; Plunder; Sammelsurium; Sauerei; Sauwirtschaft; Schluderarbeit; Schmiererei; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr; wertloses Zeug
porquerías	Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei	Bodensätze der Hefe; Gepfusche; Gequake; Geschmiere; Gesudel; Pfuscherei; Schmutzigkeiten; Schweineställe; Widerlichkeiten
suciedad	Dreck; Dreckigkeit; Fettigkeit; Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei; Schweinigelei; Unfläterei; Unsauberkeit	Dreck; Kot; Mist; Schmutz; Unsauberkeit
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
guarro		alltäglich; ausgekocht; banal; bösartig; böse; doppelzüngig; durchtrieben; dürftig; einfach; falsch; fettig; fühllos; gehässig; gemein; gerieben; gering; gerissen; geschliffen; gewandt; gewichst; glatt; gängig; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; listig; mies; niederträchtig; raffiniert; schamlos; schlau; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schuftig; schurkisch; schweinisch; tückisch; verrucht; verräterisch; verschlagen; verstohlen; winzig

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Schmutzigkeit van Duits naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor Schmutzigkeit (Duits) in het Spaans

Schmutzigkeit:

Schmutzigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schmutzigkeit (Schmierigkeit; Schmutz; Dreck; Schlüpfrigkeit; Fettigkeit)

die Schmutzigkeit (Beschmutzung; Schmutz; Dreck)

die Schmutzigkeit (Schmutz; Sauerei; Schweinerei; Dreckigkeit)

die Schmutzigkeit (Sauerei; Dreck; Schweinerei)

die Schmutzigkeit (Dreck; Schmutz; Unsauberkeit)

die Schmutzigkeit (Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Unfläterei; Schweinigelei)

Vertaal Matrix voor Schmutzigkeit: