Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal Schluderarbeit

Vertaal Schluderarbeit van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Schluderarbeit:
- bricolaje; porquería; desastre; chanchullos; embadurnamiento; obra mal hecha

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schluderarbeit (Duits) in het Spaans

Schluderarbeit:

Schluderarbeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schluderarbeit (Pfuscharbeit; Pfusch)
el bricolaje; la porquería; el desastre; el chanchullos; el embadurnamiento; la obra mal hecha
- bricolaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- porquería [la ~] zelfstandig naamwoord
- desastre [el ~] zelfstandig naamwoord
- chanchullos [el ~] zelfstandig naamwoord
- embadurnamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- obra mal hecha [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schluderarbeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bricolaje	Pfusch; Pfuscharbeit; Schluderarbeit	Anfallende Arbeiten erledigen; Bastelei; Handarbeit; schwarzarbeiten
chanchullos	Pfusch; Pfuscharbeit; Schluderarbeit	Besitztümer; Dinge; Dinger; Gepfusche; Geschmier; Geschmiere; Gestümper; Gesudel; Güter; Inventar; Kleckserei; Sachen; Schmiererei; Sudelei; Zeug
desastre	Pfusch; Pfuscharbeit; Schluderarbeit	Alarm; Armut; Drohung; Einsturz; Elend; Ermangelung; Fall; Farce; Gebrechen; Gefahr; Gejammer; Geleier; Genörgel; Gequake; Gequengel; Getratsche; Handikap; Hilfsbedürftigkeit; Jammer; Katastrophe; Kummer; Last; Leid; Lästigkeit; Malheur; Misere; Mißgeschick; Not; Notzustand; Pech; Schererei; Scherereien; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Schlamassel; Schwierigkeit; Tragödie; Täuschung; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Unglück; Unglücksfall; Unheil; Wende; Wendepunkt; Zusammenbruch; Zusammensturz; körperliches Gebrechen; Ärger; Ärgernis
embadurnamiento	Pfusch; Pfuscharbeit; Schluderarbeit	Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Schmiererei; Sudelei
obra mal hecha	Pfusch; Pfuscharbeit; Schluderarbeit
porquería	Pfusch; Pfuscharbeit; Schluderarbeit	Chaos; Dreck; Dreckigkeit; Durcheinander; Fettigkeit; Geschmier; Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Kram; Krempel; Pfuscherei; Plunder; Sammelsurium; Sauerei; Sauwirtschaft; Schlüpfrigkeit; Schmiererei; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trümmerhaufen; Unsauberkeit; Wirrwarr; wertloses Zeug
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
desastre		inhaltslos; nebensächlich

Computer vertaling door derden: