Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Schandfleck:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schandfleck (Duits) in het Spaans

Schandfleck:

Schandfleck [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schandfleck (Fleck; Flecken; Klecks)
    la tacha
    • tacha [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schandfleck (Schandmal)
    el deshonra; el oprobio; la oveja negra
  3. der Schandfleck (zwarte Schaf)
    la oveja negra

Vertaal Matrix voor Schandfleck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deshonra Schandfleck; Schandmal Beschneidung; Herabsetzung; Schrumpfung; Schändung; Senkung; Skandal; Tadel; Verminderung; Verringerung; Vorwurf
oprobio Schandfleck; Schandmal Skandal
oveja negra Schandfleck; Schandmal; zwarte Schaf Schwarzes Schaf
tacha Fleck; Flecken; Klecks; Schandfleck Dorf; Fleck; Flecken; Klecks; Loch; Nest; Ort; Platz; Schönheitsfehler

Synoniemen voor "Schandfleck":


Wiktionary: Schandfleck


Cross Translation:
FromToVia
Schandfleck esperpento eyesore — a displeasing sight