Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Schaden zufügen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schaden zufügen (Duits) in het Spaans

Schaden zufügen:

Schaden zufügen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schaden zufügen (Beschädigung)
    el daño; la avería
    • daño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • avería [la ~] zelfstandig naamwoord

Schaden zufügen werkwoord

  1. Schaden zufügen (schaden)
    molestar

Vertaal Matrix voor Schaden zufügen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avería Beschädigung; Schaden zufügen Abbruch; Beeinträchtigung; Beschädigung; Einbuße; Havarie; Haverei; Panne; Schade; Schaden; Schadhaftigkeit; Schäden; Schädigung; Verlust
daño Beschädigung; Schaden zufügen Abbruch; Beeinträchtigung; Beschädigung; Einbuße; Gram; Kummer; Leid; Mühe; Pein; Schade; Schaden; Schadhaftigkeit; Schererei; Scherereien; Schmerz; Schäden; Schädigung; Unannehmlichkeit; Verdrießlichkeit; Verlust; Ärger; Ärgernis; Übel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
molestar Schaden zufügen; schaden belästigen; brutal vorgehen; einschüchtern; eitern; foppen; jemandem lästig fallen; martern; piesacken; plagen; quälen; schikanieren; schinden; sich eklig benehmen; streiten; stören; triezen; tyrannisieren; verarschen; vergraulen; verladen; weg ekeln; wegekeln; zanken; zusetzen

Synoniemen voor "Schaden zufügen":

  • abträglich; auflaufen lassen; reinlegen; schädigen; Verlust zufügen; zufügen
  • eins auswischen; in die Pfanne hauen; Leid antun; Leid zufügen; schaden

Wiktionary: Schaden zufügen


Cross Translation:
FromToVia
Schaden zufügen estropear; echar a perder détériorermettre en mauvais état.

Verwante vertalingen van Schaden zufügen