Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Sanitäter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sanitäter (Duits) in het Spaans

Sanitäter:

Sanitäter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sanitäter
    el socorrista
  2. der Sanitäter
    el sanitario
  3. der Sanitäter (Bruder; Frater; Krankenpfleger; )
    el hermano; el cofrade
    • hermano [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cofrade [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sanitäter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cofrade Bruder; Frater; Geistliche; Klosterbruder; Krankenpfleger; Pfleger; Sanitäter
hermano Bruder; Frater; Geistliche; Klosterbruder; Krankenpfleger; Pfleger; Sanitäter Frater; Klosterbruder; Laienbruder; Mönch; Ordensbruder
sanitario Sanitäter Sanitär
socorrista Sanitäter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sanitario gesundheitlich; sanitär

Synoniemen voor "Sanitäter":


Wiktionary: Sanitäter

Sanitäter
noun
  1. Person mit entsprechender Ausbildung, die Kranken oder Verletzten Erste Hilfe leistet oder sie wenn nötig zur weiteren Behandlung transportiert

Cross Translation:
FromToVia
Sanitäter paramédico; paramédica paramedic — individual trained to stabilize people outside of hospital