Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Sünde:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sünde (Duits) in het Spaans

Sünde:

Sünde [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sünde (Unsittlichkeit; Untugend)
    el fresco; el vicio; el chinche
    • fresco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vicio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • chinche [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sünde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chinche Sünde; Unsittlichkeit; Untugend Dämon; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Mißgestalt; Nichtsnutz; Quälgeist; Racker; Satan; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Teufel; Verbrecher; Wanze; häßliche Kerl; Übeltäter
fresco Sünde; Unsittlichkeit; Untugend Fresko; Kälte; Kühle; Kühlheit
vicio Sünde; Unsittlichkeit; Untugend Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chinche schikanös
fresco anmaßend; arrogant; bäuerisch; derb; doof; dreist; dörflich; feucht; feuchtkalt; flegelhaft; frech; frisch; frischgebacken; frostig; früh; gekühlt; grob; grobschlächtig; grün; kalt; kaltblütig; klamm; klobig; kühl; kühlend; naßkalt; neugebacken; nüchtern; plump; reserviert; schwerfällig; seelenruhig; spielerisch; täppisch; tölpelhaft; unangenehm; unbescheiden; ungehobelt; ungeniert; ungeschickt; ungeschlacht; ungeschliffen; unmanierlich; unverdorben; unverschämt; zart; ziemlich kalt; zutäppisch; zynisch; überheblich

Synoniemen voor "Sünde":


Wiktionary: Sünde

Sünde
noun
  1. Übertretung eines religiösen Gebotes oder Verbotes

Cross Translation:
FromToVia
Sünde pecado zonde — een overtreding van een goddelijke wet of regel
Sünde pecado péché — Transgression volontaire de la loi divine ou religieuse. (Sens général).

Verwante vertalingen van Sünde