Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Putz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Putz (Duits) in het Spaans

Putz:

Putz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Putz (Stuck; Kalk; Gips)
    la escayola; el yeso; el estuco; el calcio; el emplasto; la cal
    • escayola [la ~] zelfstandig naamwoord
    • yeso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • estuco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • calcio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • emplasto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cal [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Putz (Aufscchmuck; Schmuck)
    el atavío; el adorno; el aliño
    • atavío [el ~] zelfstandig naamwoord
    • adorno [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aliño [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Putz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adorno Aufscchmuck; Putz; Schmuck Aufmachung; Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Dekor; Dekorieren; Girlande; Juwel; Kleidung; Ordenszeichen; Ornament; Pracht; Prunk; Quecksilber; Schmuck; Schmuckstück; Verschönerung; Verzierung; Zierat; Zierde
aliño Aufscchmuck; Putz; Schmuck
atavío Aufscchmuck; Putz; Schmuck
cal Gips; Kalk; Putz; Stuck Kalk; Tünche; Weißkalk
calcio Gips; Kalk; Putz; Stuck Kalk; Kalzium
emplasto Gips; Kalk; Putz; Stuck Heftpflaster; Kalk; Kleifplaster; Plaster
escayola Gips; Kalk; Putz; Stuck Gips; Gipsbinde; Gipsverband; Heftpflaster; Kalk; Kleifplaster; Plaster
estuco Gips; Kalk; Putz; Stuck Grundiermasse; Kalk; Spachtelmasse
yeso Gips; Kalk; Putz; Stuck Abdruck; Form; Gips; Guß; Kalk

Synoniemen voor "Putz":


Wiktionary: Putz


Cross Translation:
FromToVia
Putz yeso plâtre — (familier, fr) gypse qui se trouver par couches dans le sein de la terre.