Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Planung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Planung (Duits) in het Spaans

Planung:

Planung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Planung
    el plan; la meta; el objetivo; el objeto; el proyecto
    • plan [el ~] zelfstandig naamwoord
    • meta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • objetivo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objeto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • proyecto [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Planung (Prognose)
    la previsión

Vertaal Matrix voor Planung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meta Planung Absicht; Augenmerk; Endzweck; Intention; Plan; Vorsatz; Ziel; Zielscheibe; Zielsetzung; Zweck
objetivo Planung Absicht; Andrang; Augenmerk; Drang; Endziel; Endzweck; Intention; Plan; Vorsatz; Vorsatzlinse; Ziel; Zielscheibe; Zielsetzung; Zielwert; Zweck
objeto Planung Absicht; Artikel; Augenmerk; Ding; Endzweck; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Intention; Objekt; Sache; Sachen; Vorsatz; Ware; Zeug; Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe; Zweck
plan Planung Absicht; Augenmerk; Endzweck; Intention; Plan; Projekt; Schema; Skizze; Vorsatz; Ziel; Zweck
previsión Planung; Prognose Antizipieren; Erwarten; Erwartung; Hellsehen; Maßnahme; Prognose; Voraussicht
proyecto Planung Abhandlung; Absicht; Arbeit; Augenmerk; Endzweck; Intention; Plan; Projekt; Vorsatz; Vortrag; Ziel; Zukunftsmusik; Zweck
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
objetivo dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; lakonisch; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch

Synoniemen voor "Planung":


Wiktionary: Planung

Planung
noun
  1. durchdachter Vorgang der zu einer Zeichnung oder Beschreibung eines Vorhaben, im Ergebnis (dem Plan), führt.

Verwante vertalingen van Planung