Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Opa:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Opa (Duits) in het Spaans

Opa:

Opa [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Opa (Großvater; Großpapa)
    el abuelito; el abuelo; el yayo
    • abuelito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • abuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • yayo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Opa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuelito Großpapa; Großvater; Opa
abuelo Großpapa; Großvater; Opa
yayo Großpapa; Großvater; Opa

Synoniemen voor "Opa":


Wiktionary: Opa

Opa
noun
  1. familiär: Großvater; Vater des Vaters oder der Mutter

Cross Translation:
FromToVia
Opa abuelo grandfather — grandfather (from either side)
Opa abuelito; abuelo grandpa — grandfather (informal)
Opa abuelo; abuelito pa — grandfather
Opa abuelo opa — de vader van een ouder
Opa abuelo grootvader — de vader van een ouder