Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Objekt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Objekt (Duits) in het Spaans

Objekt:

Objekt [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Objekt (Gegenstand; Artikel; Ding; )
    la cosa; el artículo; el bien; el objeto
    • cosa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • artículo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bien [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objeto [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Objekt (Problemfall; Fälle; Fall; Geschichte; Scherereien)
    el caso problemático
  3. Objekt
    el complemento indirecto
  4. Objekt
    el objeto
    • objeto [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. Objekt
    el activo
    • activo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Objekt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activo Objekt Aktiva; Anlage; Bestand; Posten; Tatform
artículo Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Abfassung; Artikel; Bedingung; Essay; Geschlechtswort; Grundmaterial; Grundstoff; Hauptwort; Klausel; Material; Passus; Rohstoff; Satz; Textabschnitt
bien Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Aktiva; Anlage; Bestand; Posten
caso problemático Fall; Fälle; Geschichte; Objekt; Problemfall; Scherereien
complemento indirecto Objekt
cosa Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Affäre; Angelegenheit; Frage; Geschäft; Sache; Zeug
objeto Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Absicht; Augenmerk; Endzweck; Intention; Planung; Vorsatz; Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe; Zweck
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activo agitiert; aktiv; angeheitert; arbeitsam; aufgebracht; aufgeregt; aufgeweckt; berufstätig; beschäftigt; betriebsam; beweglich; eifrig; emsig; erhitzt; erregt; existent; feurig; fleißig; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; geräuschvoll; geschäftig; gesellig; heiter; hitzig; kräftig; lebendig; lebhaft; lustig; mit einer kräftigen Auswirkung; munter; quick; strebsam; tätig; tüchtig; vergnüglich; wirksam; üppig
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
artículo Artikel; Beitrag
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bien akkurat; angenehm; appetittlich; behaglich; einwandfrei; genau; gewissenhaft; gründlich; gut; haargenau; herb; intakt; korrekt; lecker; minuziös; peinlich genau; richtig; ruhig; schmackhaft; tadellos; unbeschädigt; verlockend; wohltuend

Synoniemen voor "Objekt":


Wiktionary: Objekt

Objekt
noun
  1. Gegenstand, auf den sich jemand bezieht, auf den das Denken oder Handeln ausgerichtet ist

Cross Translation:
FromToVia
Objekt objeto object — thing
Objekt objeto; complemento object — in grammar
Objekt objeto object — in object-oriented programming
Objekt objeto voorwerp — een object, iets dat fysiek bestaat
Objekt cosa chose — Permet de désigner un objet, une idée, un concept ou une abstraction quelconque, sans avoir à l’identifier ou à le nommer
Objekt objeto objetchose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé.

Verwante vertalingen van Objekt