Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Nuancieren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nuancieren (Duits) in het Spaans

Nuancieren:

Nuancieren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Nuancieren (Schattieren; Abtönen; Abstufen)
    el alternar

Vertaal Matrix voor Nuancieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alternar Abstufen; Abtönen; Nuancieren; Schattieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alternar abwandeln; abwechseln; abändern; amendieren; anfertigen; ausbauen; auswirken; bilden; eintauschen; entarten; entfalten; entstehen; erschaffen; flattern; tauschen; variieren; verfertigen; verändern; wechseln; ändern